VOC in Maleisië
-de ware toedracht vanuit Maleis
oogpunt-
Ben
van Wijnen
“Als Batavia niet net iets eerder dan Melakka veroverd zou zijn, zou de stad waarschijnlijk centrum zijn geworden van het Nederlandse imperium in Azië”
Het waren de politieke
ontwikkelingen, die leidden naar onze interesse in Maleisië. Sinds 1550 ging
de economie van Portugal snel achteruit. Door de onverdraagzame houding van Portugal ten opzichte van de veroverde
volkeren en hun buren, hadden de Portugezen in de kolonies constant behoefte aan levering van
wapens, schepen en mensen. Dit alles kon een klein land als Portugal niet
bekostigen. De handelsposten konden de kosten ook zelf niet opbrengen, want er was
hebzucht, corruptie en wanbeheer. De Inquisitie bracht een definitief einde
aan de expansiedrift van de Portugezen. In eigen land (Portugal) leden ze een nederlaag in de oorlog tegen de Moren en in 1578 kwam de
grootste vernedering: de Spaanse overheersing.
Wij (van de Lage Landen aan de zee) streden onze Tachtigjarige Oorlog met Spanje en
zochten geld om deze oorlog te bekostigen. In 1581 waren we openlijk in
opstand gekomen tegen de Katholieke Spanjaarden door de oprichting van de Republiek der Verenigde Nederlanden uit te roepen. Wij vochten in die tijd
onze Tachtigjarige Oorlog. Wij waren van mening, dat de verovering van Portugese handelposten in het
buitenland een
hulpmiddel was, die zou kunnen leiden tot de nederlaag van onze grootste
vijand: Spanje. Daartoe richten wij de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC)
op. Onze invloed en suprematie werd in Zuidoost Azië zò oppermachtig, dat de
Portugezen in 1640, toen ze weer zelfstandig van Spanje waren geworden, er niets aan
konden veranderen.
Wij beschouwden Melaka als strategisch punt.
Vanuit Melaka kon je de Straat beheersen. Zonder Melaka zou onze suprematie
op zee bedreigd kunnen worden en dus ook de handel met Indonesië.
Vanuit handeloogpunt was de verovering van die stad essentieel. De handel
van de VOC was
altijd gebaseerd op een monopolie positie.
Aangezien de Portugezen in Melaka zaten en de handel in tin belangrijk
was, wilden wij de Melaka veroveren. Zo zouden we een monopolie positie
kunnen veroveren.
De aanwezigheid van Portugezen was ongewenst, want we konden zodoende de
tinhandel aan de westkust niet onder onze controle brengen.
De oplossing was logisch: we moesten Melaka veroveren.
Dit werd in 1641 met actieve hulp van de heerser van de stad Johor
bereikt.
xx
De Maleiers waren blij, dat de
onverdraagzame Portugezen verdwenen waren. Wij gingen verdragen sluiten
tin-producerende staten. We mochten versterkte handelsposten en factorijen
opzetten. De verdragen werden snel getekend: Naning (1641), Kedah (1642), Junk
Ceylon (1643) en Bangeri (1645). De verdragen leverden echter weinig op, omdat een groot deel van de tinhandel
niet in onze handen was. We namen strengere maatregelen, bouwden forten, legden zeeblokkades op, maar
een monopolie positie was niet mogelijk.
Onze verhouding met de
Maleiers niet zo slecht. De Portugezen hadden getracht om Melaka het centrum
te maken van hun handel met Zuidoost Azië. De Portugezen waren uit om het
bezit van land te vergroten; wij waren daar niet op uit. Ook de suprematie in
de Straat van Malakka was onder de Nederlanders veel beter, dan onder de
Portugezen. Wij wilden heersen in de Straat van Malakka! Op het gebied van godsdienst waren
zij overijverig in hun haat tegen de Moslims. De Maleiers waren Moslim en de
Portugezen trachten hen op agressieve wijze te onderwerpen aan het
Katholicisme. Dit leidde tot verzet bij de Maleiers.
Wij wilden hen niet bekeren, bemoeiden ons niet met hun gewoontes.
Bovendien zagen wij Melaka meer als buitenpost van de Indonesische Archipel. Wij richten
onze handel op Batavia!
De expansiedrift van de Buginezen (bewoners van Sulawesi) werd een
bedreiging voor de Nederlanders.
Zij vestigden zich aan de westkust van Maleisië. Hun macht en invloed werd
steeds groter. Vooral in de staten Selangor, Kedah, Perak en Johor.
Dit leidde tot minder winstgroei van de handel. Een oorlog tussen de
Buginezen en Nederlanders was onvermijdelijk, maar deze leverde niet het
gewenste resultaat op.
Riau werd de basis van de Buginezen.
Niet alleen voor hun verrichtingen op zee maar ook voor de handel.
xx
Zo werden de Nederlanders in
Melaka commercieel geïsoleerd van de rest van Maleisië. Men realiseerde dat en
daarom begonnen de Nederlanders een groot offensief tegen de Buginezen in
1782. De Nederlanders wonnen en de val van Riau in 1785 betekende de ineenstorting
van de macht van de Buginezen.
Maar helaas..... In Europa kwam Napoleon aan de macht. Veel van de Nederlandse bezittingen ging
over in Britse handen. Inclusief Melaka! De stichting van Penang in 1786 en
die van Singapore in 1819 versterkte de invloed in Maleisië. Deze invloed werd
formeel ondertekend in 1824 met het Anglo-Nederlandse Verdrag. Onze invloed was ten einde!
Melaka / Malacca
/Malakka Tegenwoordig heet de stad: Melaka Tijdens de Britse overheersing geschreven als "Malacca". Tijdens de Nederlandse overheersing werd het geschreven als "Malakka" (of zelfs
als "Slavenburgh"). Door de Moren werd het als "Mulaqua" geschreven.
Slavenburgh "In Malakka, een vitale haven van overslag in het intra-Aziatische handelsnetwerk van de VOC, werden de meeste van de 207 bedrijfsslaven in 1662 vastgehouden in het" Slavenkasteel "(Slavenburgh) als een flexibele plek van arbeidskrachten" voor het laden en lossen. van de schepen en elders waar nodig. "
In 1678 waren 53 van de 187 bedrijfsslaven rechtstreeks tewerkgesteld "in de kettingbende op de gewone werken". Het werd echter aanbevolen dat 'alle slaven, zowel mannen als vrouwen ..., indien de gelegenheid zich voordoet om snel iets te doen, of het nu gaat om het lossen of laden van schepen of iets anders, verenigd worden met de gewone bende en tewerkgesteld worden waar ze zijn nodig.