Pulau Timbun Mata is een Maleis eiland aan de oostkust van Sabah, waar de Sulu Zee is, waarvan men dit gedeelte Darvel Bay noemt.
Deze Darvel Bay ligt tussen Lahad Datu en Semporna.
Tambun Mata is geen vakantie-eiland, maar sommigen willen het eiland toch bezoeken. De weinige nieuwsgierige binnenlandse toeristen komen in het weekend wandelen.
Er bevinden zich op Timbun Mata enkele nederzettingen, die heel weinig voorstellen. Veel bewoners wonen in huizen op palen boven het water. Zij behoren tot de Bajau. De Bajau leven traditioneelan de jacht onderwater. De traditionele behuizing bij Semporna bestaat uit houten woningen op palen boven het zeewater. Een deel van dit volk leeft van de jacht onderwater door middel van een speren op vis, zeekomkommers en octopussen. Zij staat bekend als 'zee-nomaden of zee-sigeuners'. Hierbij kunnen zij langdurig onder water blijven. Het is gebleken dat dit mogelijk is, doordat de milt, die tijdens het onderwaterverblijf langduriger dan normaal, zuurstofrijk bloed afgeeft.
Er zijn onverharde wegen in bepaalde delen van de eilanden, die niet met elkaar verbonden zijn. De beste wegen zijn de waterwegen. Er zijn geen overnachtingsmogelijkheden, maar om een dagje te wandelen en de hoogste, kegelvormige berg (de Tannabalu) te beklimmen is een bezoekje waard. De berg is een 596 meter hoge uitgedoofde vulkaan met grote rotsblokken op de helling. De Tannabalu ligt midden op het eiland. Uiteraard vind je ook strandjes om even af te koelen na de
beklimmen. Een dagtrip kun je vanuit Semporna boeken. Alle riviertjes op Timbun Mata, die meestal niet bij naam genoemd worden, monden uit in de Darvel Bay.

Het eiland ligt ongeveer 20 kilometer ten noordwesten van Semporna en is het grootste eiland in het zuiden van de Darvelbaai. Het eiland was vroeger dicht bebost, maar door houtkap is het nog deels bebost. De maximale lengte van het eiland is ongeveer 30 km, de maximale breedte van ongeveer 10 km. Vanaf de vlakke westkust stijgt het gestaag naar de berg Tannabalu, die ongeveer in het midden van het eiland ligt. Een tweede top - de 518 meter hoge berg Sedungal - rijst op aan de oostkant van het eiland. Het eiland wordt gescheiden door een smalle zeestraat genaamd Trusan Sigalong van het vasteland. De westelijke punt van het eiland heet Tanjung Mata Manuk. Er zijn moerassige gebieden aan de zuidkust, in het westen en in het noordoosten.

Het eiland wordt al heel lang bewoond. Er verschillende nederzettingen: Mantandak in het westen, Lakai Lakai in het noorden, Dap Dap in het noordoosten en Kubor en Tambanan in het oosten. Daarnaast liggen in het zuidoosten van het eiland verschillende illegale nederzettingen.
Op het eiland werd teak aangeplant vanaf de jaren 1880. 1930 Pulau Timbun Mata werd uitgeroepen tot bosreservaat. De teakbossen werden vervolgens regelmatig gecontroleerd, de voorraad werd echter aanzienlijk verminderd door wegen, illegale houtkap en landontginning. Je ziet veel grasheuvels, wanneer je over zee vanuit Semporna aankomt.

Semporna heeft aan een mooi museum. Een groot gedeelte gewijd is aan het leven van de Bajau. Er is zelfs een boot van de Bajau te bewonderen in het museum. De toegang van het Tun Sakaran Museum is gratis.
