Reisverslag
René & Renate de Burger
Na
aan midden- en zuid Amerika te hebben geproefd hebben we dit jaar gekozen
voor een rondreis in Azië. Ondanks het feit dat we geen van tweeën heel erg
“Azië minded” zijn, willen we zelf ervaren hoe de natuur en vooral de
cultuur in dit werelddeel ons bevallen zal. De gebruikelijke
aanvangsrituelen sla ik over en dus begin ik bij het probleemloos arriveren
op het mooie en nieuwe Kuching-Airport, heel modern en zeer westers. De
eerste “doekjes” en Burka´s komen voorbij gelopen, voor ons het signaal dat
we in een Moslimland zijn gearriveerd. We worden opgewacht door onze
reisleider Wiebre. Een wat oudere, grijze heer die op het eerste oog weinig
enthousiasme uitstraalt. Dat zijn we wel anders gewend! Het reisgezelschap
is gemiddeld wat ouder dan dat we zelf zijn. Het is een vrij grote groep en
we merken dat de meeste nog los moeten komen. Een zogenaamde “Kat-uit-de-boom-kijk-groep”.
De bus staat netjes te wachten, verrassend is de kleine “volgvrachtwagen”
waar onze bagage in verdwijnt. We rijden door het centrum van Kuching en
genieten van de drukte in deze stad. Lekker rommelig, precies zoals je
vooraf verwacht. Veel brommertjes die door het drukke verkeer slalommen.
Jonge moslimmeiden met hoofddoekjes onder de helm en “Sikhs” zonder. Het is
de enige groep die vrijgesteld is van het dragen van een helm omdat de
tulband die ze dragen niet onder de helm past. De eerste Chinese tempels
zien we vanuit de bus en op verschillende pleintjes in deze kattenstad
(Kuching betekent Kat) staan beeltenissen van deze viervoeters. We arriveren
bij het Holliday Inn Hotel, een keurig hotel gelegen aan de rivier
“Sarawak”. De kamer is netjes maar ons uitzicht is minder, we hadden gehoopt
op de rivier maar het werd een grauwe parkeergarage en een niet zo fraai
flatgebouw. We kleden ons snel om omdat we vrijwel direct een stadstour door
Kuching gaan maken. Cronicle is onze locale gids, hij heeft een donkerbruine
stem en een inheems uiterlijk. Hij komt professioneel over en hij is
bijzonder vriendelijk. Hij heeft veel kennis van Sarawak en weet dit boeiend
over te brengen. Jammer dat Wiebre daar anders over denkt. Het is te merken
dat Wiebre deze locale gids maar niks vindt en dat vinden wij jammer. De
“klik” tussen ons en de Foxreisleider is dit keer minder dan die met de
reisleiders in onze voorgaande reizen. We rijden eerst naar een kleine
Chinese tempel en krijgen uitleg over de cultuur en gebruiken. De tempel
ziet er mooi uit met aan de ene kant het drukke verkeer en aan de andere
kant een mooi groen park met daarachter de Sarawak. We rijden door naar het
Sarawakmuseum waar veel te zien is over de cultuur en de historie van dit
eiland. De mensen leefden primitief en we leren hoe de beruchte
koppensnellers te werk gingen. Er zijn veel relikwieën te zien van kleding,
werktuigen en wapens uit die tijd en er zijn ook de nodige opgezette
(stoffige) dieren tentoongesteld. Een interessante plek voor een eerste
kennismaking. We rijden verder naar een uitzichttoren van zo´n 80 meter
hoog, het geeft ons een mooi beeld van de omgeving. De Sarawak is goed te
volgen en als je goed kijkt zie je ons hotel liggen.
Beneden is een Chinese
begraafplaats waar Renate en ik nog even een kijkje nemen. Volgens de
Chinese cultuur moet een graf zo vrij en hoog mogelijk liggen. Niets mag de
goede geesten belemmeren de graven te bezoeken.
De graven mogen niet in elkaars gezichtsveld staan en zo ontstaat er een wir
war van mooi verzorgde graven die alle richtingen op wijzen. Ze zijn
op grote “molshopen” gebouwd om goed bereikbaar te zijn.
Om dezelfde reden zijn er geen omheiningen rond de begraafplaats te
vinden. Heel bijzonder om dit te aanschouwen, er heerst een vredige
en open sfeer. |
 |
We gaan per bus verder naar de cityhall waar een
tentoonstelling te zien is van, hoe kan het ook anders, katten. Leuk voor de
kattenliefhebbers. Als we terug zijn in het hotel frissen we ons op voor het
gezamenlijke avondeten. Dat opfrissen is wel nodig want we zitten er
inmiddels aardig doorheen. Ik ga eerst op jacht naar een batterij voor mijn
horloge die het juist nu heeft laten afweten. De aardige winkelbedienden
wijzen me vriendelijk de weg maar na verloop van tijd begin ik het idee te
krijgen dat niemand me begrijpt en me uit beleefdheid maar ergens naar toe
stuurt. Uiteindelijk lukt het me een batterij te scoren en vriendelijk
lachend zwaait het voltallige winkelpersoneel me uit. Heel bijzonder. Ik ben
net op tijd terug om mee te lopen naar een restaurant dat vlakbij het hotel
gelegen is. Het is een Chinees restaurant dat er netjes uitziet. Net als we
naar binnen lopen komt er een processie voorbij met heuse Chinese draken en
mooi geklede mensen. Met de neus in de boter vallen heet dat. Het eten
smaakt goed en we hebben een gezellige avond. Als we terug naar het hotel
gaan duurt de processie nog voort, we blijven er nog even naar kijken om
daarna samen romantisch uit te kijken over de Sarawak. We zoeken na een
lange en vermoeiende dag ons bed op.
Dag 3
07.15
uur, wake-up call. De douche doet ons goed en fit en vrolijk beginnen we aan
het grote, zeer gevarieerde ontbijtbuffet. Het is een mix van Oosters; met
o.a. Sushi, rijst en andere Aziatische lekkernijen, en Continentaal met o.a.
spek, ei, jam, brood en gebakken aardappelen. Als tropische toegift veel
vers fruit. Met een goed gevulde maag vertrekken we naar Bako National Park.
Het is een wonderschoon natuurgebied met mangrovebossen en regenwoud. We
varen met een drietal snelle bootjes over de Zuid Chinese Zee naar het park,
een leuke tocht van ca. 20 minuten langs de mooie kustlijn. We zien vissers
hard aan het werk en afgezien van de prachtige zeearenden, is het aantal
vogels dat zich laat zien niet spectaculair. We meren aan en lopen het park
in. We worden direct al getrakteerd op een “Hollander” die alleen met een
verrekijker goed te zien is, wij hebben er gelukkig een meegenomen. Een
“Hollander” is een zogenaamde Neusaap, deze aap heeft een roodbruine vacht,
witte armen, benen en staart, een rood gezicht, een indrukwekkende neus en
zijn lid verkeert in een bijna permanente staat van erectie. Het blijkt
achteraf de enige die we te zien krijgen. We lopen door de jungle over een
redelijk begaanbaar pad, af en toe wat klauterwerk waarmee enkele slecht
voorbereide medereizigers (slecht schoeisel en vooral leuke kleren) toch wel
wat moeite hebben. Het zijn uiteraard deze mensen die aan een stuk door
kakelen en lawaai maken voor tien. Wij lopen voorop met Cronicle en genieten
intens van alle oerwoudgeluiden, de enthousiaste en boeiende uitleg, de
rust, de bijzondere lichtval en van de (weinige) dieren die we zien.
Bijzonder om te zien was de parachute vleermuis, dit beestje klimt een boom
in en wanneer er gevaar dreigt laat hij zich uit de boom vallen en opent
zijn “parachute”. Sturen en remmen is nauwelijks mogelijk, hij ziet wel waar
of hij terecht komt. Een bijzonder beestje om te zien. Vanuit de jungle
komen we uiteindelijk uit op een hagelwit strandje met daarachter de
azuurblauwe zee. We bedenken ons geen moment en duiken het heerlijke water
in. Vanuit het water kijken we uit over de jungle! Super, fantastisch! We
nemen samen met een paar medereizigers de tijd voor dit genot. Dit zijn de
momenten die ALTIJD te snel voorbij gaan. Ongemerkt vliegt de tijd en maken
we ons klaar voor het vervolg van deze mooie tocht door Bako National Park.
Ik kuier achter de groep aan en krijg tijd voldoende om de natuur tot in
detail in me op te nemen. De club rumoerige voorgangers beweegt zich
namelijk vrij traag over de glibberige paadjes. Het laatste stukje wandeling
gaat dwars door het inmiddels drooggevallen mangrovebos. De sompige bodem
maakt heerlijk zuigende geluiden en je ziet de krabbetjes alle kanten uit
rennen. De omgeving ziet er nu spookachtig uit, staken steken uit de bodem
en de bomen zien er uit als in een boos sprookje. De zon schijnt door de
takken en alles bij elkaar maakt het een lugubere maar geweldige indruk.
Heel apart om midden in de mangrove te staan in plaats van vanuit de zee het
bos in te kijken. We eindigen bij een lodge waar we een Green Viper zien. We
hebben een klein uur om te genieten van de warmte en de zon. Onverwacht
komen er een paar wilde varkens met jongen voorbij, koddig om ze zo over het
complex te zien speuren naar voedsel. Daar het eb is geworden zijn de
bootjes naar het strand gevaren, we waden door het lauw warme zeewater en
klauteren aan boord. We genieten van het mooie, snelle boottochtje langs de
prachtige kustlijn. In het haventje nuttigen we de lunch in een
restaurantje, het is er gezellig, er heerst een prettige sfeer en het eten
is subliem! Bovendien kijken we uit over de langzaam voorbij stromende
rivier. Als toetje drinken we samen een open gehakte verse kokosnoot leeg.
We rijden terug naar het hotel, de middag is vrij en we besluiten gebruik te
maken van het zwembad. Cocktail erbij en genieten maar. Om 19.00 uur
verzamelen de mensen die gezamenlijk willen dineren zich in de lobby van het
hotel. De overigen trekken er zelf op uit. Ondanks de bewolkte dag zijn we
toch wat verbrand, we zitten vlakbij de evenaar en daar moet je altijd
smeren. Het eten is prima en met een klein clubje lopen we door een
inmiddels gesloten China Town. Jammer, maar het terrasje dat we daarna
pakken maakt het dubbel en dwars goed!
Dag 4
Wake-up call om 06.30 uur, rugzakken klaar om 07.00 uur, vertrek om 08.15
uur. We rijden naar Semenggoh waar we Orang Oetans gaan bekijken. Het is een
unieke locatie die heel groen is en veel rust uitstraalt. Een mooi park dat
feitelijk een stuk afgezette jungle is. Semenggoh is een opvangcentrum voor
Orang Oetans die verstoten zijn en zichzelf nog niet kunnen redden. Hun
maaltijd bestaat bijna uitsluitend uit bananen, met als doel dat de Orang
Oetans uit verveling zelf op zoek gaan naar ander voedsel en daarmee de
eerste stap zetten naar zelfstandigheid. We hebben geluk want we krijgen
veel Orang Oetans te zien, kleine aapjes die onder hun moeder hangen en
grotere die zich weinig aantrekken van de mensen om zich heen. Zelfs de
meer dan 100 kg wegende Richi zien we op een afstand sloom van tak naar tak
“slingeren”. Geweldig om te zien hoe de dunne takken meebuigen onder het
enorme gewicht van deze reus! Hier zouden we de rest van de dag naar kunnen
kijken. De bus rijdt verder, de volgende stop is in Serian om de lokale
markt met een bezoek te vereren. Een markt met een zeer divers aanbod van
waren waaronder fruit, vis, groenten, kruiden en gefrituurde hapjes (meest
deegachtig en zoet). Naar de saté kijk ik al een half jaar uit en zonder
twijfel neem ik een flinke beet. Tsja, toch anders… niet gaar en de kip
wordt hier niet gefileerd maar in stukken gehakt en aan stokjes geregen. Na
een uurtje bussen lunchen we in een restaurant dat bij Wiebre goed bekend
is. Het restaurant oogt niet al te gezellig en achterin is de ruimte die men
keuken noemt. Alles ziet er rommelig, vies en onhygiënisch uit maar de wijze
waarop alles bereid wordt zorgt er wel voor dat er geen bacterie door de
mazen van de wok kan glippen. Er staan twee grote gasbranders die voor een
enorm hete vlam zorgen. De toiletten zijn tegenover de “keuken” en het
doorspoelen gebeurt met een emmertje water. Toiletpapier kennen ze niet en
over de vloer vloeit een continue stroom water. Deze waterval klatert
vrolijk van het trapje af en stroomt dwars door de keuken naar de
achterdeur. Achter het etablissement zit een oma-tje af te wassen. Van de
borden worden de restjes eten met de hand weggeveegd, de vuile vaat wordt
even ondergedompeld in een plastic ton gevuld met water om vervolgens in een
“schone” ton te verdwijnen. Klaar! Ondanks dat smaakt het eten fantastisch,
er is een ruime keuze. Zeer goede keus van Wiebre! De aanliggende winkeltjes
zijn uitnodigend en we kopen een paar mooie maskers. We vertrekken weer, de
volgende stop is de opstapplaats voor het boottochtje naar de Ibans in de
Longhouses. Hier hebben we echt zin in, het is heel avontuurlijk en
primitief, precies wat we leuk vinden. Als we arriveren, zien we een aantal
Longboats liggen met een krachtige buitenboordmotor erachter. De lucht ziet
er dreigend uit en derhalve trekken we onze regenponcho´s vast aan. We
worden uitgezwaaid door de Hiltongangers. Dan varen we op volle snelheid
stroomopwaarts over de “Skrang” dwars door de jungle van het regenwoud naar
de Ibans. Ondanks dat we dit al vaker hebben beleefd is het wederom een
geweldige ervaring om op deze wijze onder het grote groene dak door te
razen. De regen die heeft doorgezet zorgt voor een sombere uitstraling van
dit groene paradijs. Na ruim een half uur varen komen we aan bij de
Longhouses van de Ibans, we zijn onder de indruk! Wat is dit leuk! Hier kan
geen Hilton tegen op! De Ibangemeenschap leeft gezamenlijk in een “lang
huis” met ongeveer 35 families, het geheel is gebouwd op palen. Het huis
bestaat uit vier verschillende secties. Het huiskamergedeelte is “achter de
deur” en niet toegankelijk voor gasten. Deze ruimtes zijn middels dunne
wandjes van elkaar gescheiden, het “openbare” looppad ligt over de volledige
lengteas en er is een privé gedeelte dat benut wordt om te zitten, te
socialiseren en te spelen. Er liggen matrassen op de grond om het zitcomfort
te vergroten. Daarachter is een “balkon” dat ook over de volledige lengte
van de Longhouse doorloopt, het is gemaakt van bamboe. Hier liggen peper en
rijstkorrels te drogen op grote doeken, de was hangt er en verder is het een
ideale plek om te relaxen. We krijgen uitleg over de leefwijze en de idealen
van de Ibans. Het is erg interessant en we voelen ons bijzonder welkom. Ons
verblijf ligt naast de “Hoofd-Longhouse”. Ook dit is een Longhouse maar dan
eenvoudiger. Het is niet veel meer dan een lange gang met aan weerszijden
hokjes met matras en klamboe. De ruimtes zijn van elkaar gescheiden door
middel van dunne houtwandjes. Eenvoudig maar netjes. De Skrang stroomt
achter ons langs en het groen er omheen heeft iets magisch. We praten
gezellig wat en amuseren ons prima. We dineren op de veranda (wederom erg
goed eten) en maken ons klaar voor de avondshow. Die begint als de schemer
invalt. We vangen aan met een toost van eigen gemaakte rijstwijn…
The Chief,
het oude stamhoofd van achter in de tachtig jaar, begint zijn
Kraanvogeldans. De Chief is als krijger “uitgedost” en slaakt tijdens zijn
rituele dans af en toe een strijdkreet. Nadat hij klaar is volgt een jonge
strijder om vervolgens afgewisseld te worden door twee jonge vrouwen die de
“Welkom-veilig-thuis-dans” opvoeren. Al met al erg leuk om hier bij te zijn.
Na afloop is er nog wat entertainment en na een interessante avond sluiten
we af met een paar pilsjes op de veranda aan de rivier. We duiken pas laat
ons bed in en prijzen ons rijk met de meegebrachte oordopjes. |
 |
Dag 5
We
ontwaken door het gekraai van kemphanen. De vogels kwetteren er vrolijk op
los en dus is het tijd om op te staan. Wakker worden in een ontwakende
jungle is een van de mooiste dingen die ik ken. Ik fris me op en loop het
terrein rond. Een handje vol Ibans zijn al druk in de weer. Aan de rivier
kies ik een mooi plekje uit om neer te strijken en werk mijn dagboek bij.
Het is nog maar 07.30 uur en nu al 26 °C. Na het ontbijt verkennen we de
omgeving en kijken een poosje naar een mooi tafereel in de rivier bij de
aanlegsteiger. Vrouwen doen er de was, kinderen zwemmen en spelen er en weer
anderen wassen zichzelf. Het wachten is op de Hilton-gangers die zich weer
bij ons aan komen sluiten. Tot die tijd hebben we Cronicle bereid gevonden
ons een kleine jungletoer te geven. We lopen naar een oude Iban
begraafplaats en onderweg vertelt Cronicle over alles wat we tegenkomen. Op
de begraafplaats vinden we allerlei attributen die zijn neergelegd voor in
het hiernamaals. Kruiken, ten teken van rijkdom, radio, naaimachine en noem
maar op. Om 11.00 uur arriveren de anderen en dit keer geven wij ze spontaan
een rondleiding. Met argusogen worden onze nachtverblijven bekeken. Ook de
Hilton-gangers vinden dat ze de goede keuze hebben gemaakt. Cronicle neemt
de rondleiding van ons over, het ochtendprogramma ziet er hetzelfde uit als
dat van gisteravond. De zon komt door en de temperatuur stijgt snel naar
zo´n 33°C. Na de show lunchen we op onze veranda en maken we ons klaar voor
een blaaspijp demonstratie. We krijgen les in blaaspijpjagen, leuk, niet
spectaculair. De Longboats liggen op ons te wachten en met de complete groep
varen we terug door de jungle. Dit keer schijnt de zon terwijl we onder de
groene long doorschieten, de wereld ziet er nu een stuk vrolijker en mooier
uit! We gaan direct door naar Batang Ai Hilton, eerst een stukje met de bus
en daarna een half uur met een boot over het stuwmeer. De opstapplaats is
bij een grote stuwdam. Op het moment dat we de bootjes instappen begint het
prompt te regenen. Gevolg is dat we behoorlijk koud en natgeregend
arriveren. Hilton Batang Ai is fantastisch gelegen. Uitzicht over het
stuwmeer, rode rotseilandjes steken boven het water uit en om het meer heen
is er niets dan groen te zien. Het hotel is opgebouwd uit een aantal luxe
Longhouses. Het zelfde principe als de traditionele maar dan in een modern
Hiltonjasje gestoken. Niet overdreven en erg stijlvol. De warme douche doet
wonderen. Veel tijd hebben we niet omdat er al gelijk een Canopytoerachtige
wandeling op het programma staat. We nemen de regenponcho´s voor de
zekerheid mee en volgen de gids vol verwachting. Vrij snel na de start gaat
het pad stijl naar boven, Wiebre heeft zich dit niet gerealiseerd en
halverwege dit gladde, natte, blubberige en stijle pad besluiten een aantal
mensen terug te gaan. De wandeling eindigt op de top van de “berg” waar een
Ibangraf ligt. Het graf ligt bezaaid met lege drankflessen, ik vermoed dat
de belangrijke Chief die hier begraven ligt wel van een borreltje hield. De
niet te begrijpen uitleg luisteren we beleefd uit om daarna het Canopy deel
van de toer te doen. Doordat het regent is alles glad en aangezien de
hangbruggetjes er niet al te betrouwbaar uitzien besluiten veel mensen om
hier niet overheen te lopen. Uiteraard doe ik dat wel en wanneer ik boven
sta heb ik daar geen spijt van! Wat een fantastisch uitzicht heb je hier
zeg! Ik zuig de omgeving in me op en klauter weer naar beneden. Het houdt nu
op met zachtjes regenen, de regenponcho´s bieden uitkomst. De wandeling was
aardig, maar niet meer dan dat. Aangekomen bij het hotel duiken we gelijk
het zwembad in, heerlijk zo´n verfrissend en warm bad in de regen. ´s Avonds
nuttigen we een overheerlijk BBQ-buffet, we realiseren ons dat we ook van
deze luxe heerlijk genieten kunnen.
Dag 6
Wake-up call om 07.00 uur. De zon heeft er vanmorgen weer zin in! De
omgeving laat zich nu van haar beste kant zien. Het blauwe water, de rode
rotsachtige eilandjes en de groene achtergrond. Het ontbijtbuffet is
uitgebreid en smaakt goed. De bootjes brengen ons terug naar de stuwdam,
vandaag is de eindbestemming Kuching Airport. Onderweg stoppen we nog even
kort bij een peperveld. De peperrank ziet er uit als die van de druif. We
krijgen uitleg over de groei, bloei en oogst. Leuk weetje is dat witte en
zwarte peper van dezelfde peperplant afkomstig is, alleen anders
geprepareerd. De geur van de peper is verrukkelijk. De volgende stop is bij
een Iban kerkhof, wederom fascinerend om te zien wat er allemaal bij een
graf gelegd wordt voor in het Hiernamaals. Van klassieke Singer naaimachines
tot potten en pannen. Wederom krijgen we boeiende uitleg van Cronicle. Om
het kerkhof heen groeien veel wilde orchideeën en andere mooie bloemen en
planten. Daar het een lange rit is vandaag maken we na twee uur wederom een
stop, dit keer bij het eerder omschreven restaurant waar de toiletten
tegenover de keuken lagen. Er is een markt op een overdekt pleintje. Er
worden voornamelijk groenten en fruit aangeboden. Markten zijn de beste plek
om te zien hoe de lokale bevolking leeft! We rijden door de mooie natuur van
Borneo en maken een lunchstop bij Taman-Rachan. Na de lunch wandelen we
langs het riviertje met watervalletjes. De jeugd duikt van de rotsen en de
dames zitten met doekje op aan de waterkant. Oneerlijk verdeeld… Het is een
plek waar de “locals” hun vrije tijd graag besteden. We vertrekken weer en
rijden door naar Kuching. Onderweg nog een Chinese begraafplaats bezocht en
een winkel waar de beste kwaliteit peper wordt verkocht. Er wordt flink
ingeslagen en dat zorgt voor een “gepeperde” rekening. Bij het Holliday Inn
Hotel staat de daar achtergelaten bagage klaar. Daar we wat laat zijn moeten
we ons letterlijk in het zweet haasten om onze bagage weer bij elkaar in te
stoppen. Dit omdat de bagage direct “vliegtuig-proof” moet zijn. Een korte
discussie gehad met de douane om de bij de Ibans gekochte blaaspijp mee te
kunnen krijgen, dit is uiteindelijk geen enkel probleem. De
douaneformaliteiten gaan daarna vrij snel en geordend en voor we het weten
vliegen we in twee uur naar Kuala Lumpur. Ruslan, onze nieuwe en vooral
stevig uit de kluiten gewassen gids, staat ons met een grote smile op te
wachten op KL-Airport. Het is een gezellige, vrolijke, opgewekte man die vol
humor zit. We merken aan Wiebe dat hij zich hier beter thuis voelt. De
chagrijnige grijsaard is veranderd in een vrolijke Frans. Ruslan vertelt
honderd uit over Maleisië en KL. Op een afstandje zien we de Petronas Towers
staan, ze lijken niet zo groot. KL is een metropool met een 24 uurs
economie, het is erg westers. Het Swiss Garden Hotel ziet er chique uit en
onze kamer is prima. Het is al wat later maar Wiebre is helemaal tot leven
gekomen en nodigt ons uit mee te gaan naar een Ierse Pub. Het is een
oergezellige avond, moe maar voldaan belanden we na een lange dag
uiteindelijk in ons bed.
Dag 7
Het
ontbijtbuffet is uitgebreid en goed. Alles is vers en er is een ruime keuze.
We gaan vanochtend naar de Petronas Twin Towers (452 meter hoog en 88
verdiepingen) gevolgd door een stadstoer. Als we voor de twee torens staan
zijn we vreemd genoeg niet onder de indruk. Het zijn dan wel enorme
bouwwerken maar de piekvorm zorgt ervoor dat de werkelijke hoogte niet goed
tot ons doordringt. Om 10.15 uur is het onze beurt om naar boven te gaan. De
lift brengt ons razendsnel (5 meter per seconde oftewel 1 etage per seconde)
naar de 42e. We lopen over de luchtbrug en zien onder ons een
helikopter vliegen. We kijken vrijwel elk ander hoog gebouw op het dak. Als
je je dan bedenkt dat we op de 42e etage staan en dat dat nog
niet eens halverwege is. Nu pas begint het tot ons door te dringen hoe
waanzinnig hoog deze gebouwen zijn. Daar ik in de lagerwereld werk kijk ik
geïnteresseerd naar de lagering die tussen de verbindingsbrug en de torens
de boel in beweging houdt. Dergelijke torens hebben een bepaalde “swing“.
Een stijve verbinding zou de hele handel uit elkaar trekken. Een subliem
staaltje van techniek! Na de torens brengen we een bezoek aan de Batu Caves.
Een enorm grote, met goudverf geschilderde Budha, “bewaakt het fort”. De 272
treden zijn geen groot obstakel, als je in deze warmte maar voldoende blijft
drinken en rustig naar boven loopt. De klein aapjes die hier huizen zijn
brutaal en je kunt ze beter op afstand houden. In de grot staan een aantal
tempeltjes, de sfeer die er hangt is mysterieus er hangt een geur van
wierook en op de achtergrond horen we rustige Budhamuziek. We vervolgen de
stadstoer door Kuala Lumpur (betekenis: Modderige Rivier) en stoppen als
eerste bij het paleis van de koning, we vervolgen onze weg en de volgende
halte is het mooie oude Moorse station. We passeren de 100 meter hoge
vlaggenmast die de hoogste ter wereld is. Even verder staat de Jame Moskee,
het is de grootste moskee van KL en is gebouwd op de plek waar KL ooit is
gesticht. Het is een alleraardigste stadstoer die een redelijke indruk geeft
van de stad. De middag is vrij en we slenteren door de metropool. Er zijn
veel grote Shoppingmalls waar vooral mobieltjes en andere elektronica in
groten getale worden aangeboden. KL is een imposante stad die bruist, het is
geweldig hier te zijn! De avond benutten we door gezamenlijk naar de
avondmarkt in China Town te gaan. De markt is erg druk en levendig. Er
worden veel imitatie merken verkocht zoals kleding en horloges. Er zijn wat
eettentjes en op een terrasje is het goed toeven. In de drukkende
avondwarmte slenteren we terug naar het hotel, dromen over de dag van
morgen; Malakka!
Dag 8
Een
deel van de groep gaat mee naar de “Nederlandse VOC-stad” Malakka. Hier
hebben onze voorouders aardig wat historie geschreven en dat willen we graag
beleven. Het is een busrit van 2,5 uur en de tijd wordt grotendeels benut
door Ruslan om ons nog meer te vertellen over Maleisië, de
bevolkingssamenstelling, cultuur, historie enz. Onderweg zien we de
torenflats als paddestoelen uit de grond komen. Het is te zien dat de
economie hier snel groeiende is. Wanneer we in de oude stadskern van Malakka
aankomen, zien we wat te verwachten viel. Veel smalle, kronkelende straatjes
en uiteraard een Chinese wijk. We lopen daar doorheen en bezoeken enkele
Chinese tempels. Er is een grote diversiteit aan vooral vreemde winkeltjes.
Vooral de “Hiernamaalswinkel” springt eruit. Er zijn hier allerlei
“nepproducten” te koop die men de doden “schenkt” zodat het ze in een
volgend leven aan niets ontbreekt. Dit “schenken” gebeurt in de vorm van
verbranden. De rook stijgt op en de goederen komen op die manier terecht bij
hun geliefden. De meeste dingen zijn gemaakt van papier zoals auto´s,
scooters, naaimachines, potten, pannen en noem maar op. Zelfs namaakgeld in
coupures van $10.000, =. Je koopt deze per bundel dus heel even wanen we ons
steenrijk. Wat een bijzondere cultuur is dit toch! De winkel ligt tot de nok
toe volgestouwd met dit soort “prularia”. Chinatown is een wereld op zich.
We lopen naar de oude stadskern aan de kust en we arriveren bij het
“Stadhuys” en een Nederlandse kerk. Hier zijn de herinneringen aan de
Hollanders. We lopen de heuvel op waar een door Portugezen gebouwde kerk
staat. Nadat de Hollanders de Portugezen verjaagd hadden, hebben onze
voorouders deze kerk omgedoopt tot kerkhof. De gedenkstenen doen oude tijden
herleven. Nederlandse teksten en namen sieren de grafstenen. Je kunt de
rijke historie van deze plek proeven! Ook wij waren vroeger toch een
bijzonder volkje. Een klein landje met een rijk koloniaal verleden, wat ligt
hier een historie aan onze voeten! Vanaf de heuvel kijken we uit over de
haven en zien zelfs een replica van een VOC-schip in de haven liggen. We
lopen terug naar de oude stadskern en passeren een school. De kinderen lopen
in uniform en poseren graag voor de foto. We komen bij een mooi restaurant
uit waar het eten net zo goed smaakt als dat het restaurant doet vermoeden.
Na de lunch hebben we nog een uurtje voor ons zelf en deze tijd benutten we
om wat kunstwinkeltjes te bekijken en om nog eens door Chinatown te
slenteren om daar de bijzondere sfeer nogmaals op te snuiven. Met de nog
lange busreis naar KL in het vooruitzicht stoppen we bij een fruitstalletje,
Ruslan kent alle voor ons vreemde vruchten, en zorgt ervoor dat geen enkele
fruitsoort voor ons onbekend blijft. Ook de Durian ontbreekt niet. Deze
vrucht wordt in veel hotels als verboden vrucht bestempeld… dit vanwege de
enorme rioollucht die het verspreidt (smells like hell, tastes like heaven).
Onderweg zien we nog hoe een bekeurde automobilist probeert om de
dienstdoende motoragent te overtuigen van zijn ongelijk. Corruptie is hier,
aldus Ruslan, aan de orde van de dag. De Petronas Towers staan van een
afstandje te pronken als een soort welkom thuis. De verfrissende douche doet
ons goed. We gaan mee met Wiebe, hij kent nog een aantal eettentjes waar je
voor weinig geld bijzonder goed kunt eten. De Hawkerstalletjes zien er niet
al te aantrekkelijk uit. Maar goed dat Wiebre de weg kent, we strijken
ergens neer en bestellen een lekker visje. Alles wordt vers bereidt en als
ik in de keuken rondsnuffel met de videocamera wordt me geen strobreed in de
weg gelegd. Het eten smaakt werkelijk fantastisch en het kost bijna niets.
Een echte aanrader! Na het eten gaan we met z´n tweeën per taxi naar de
Petronas Twin Towers, we willen deze torens per se in het donker zien. Als
we er aankomen, valt onze mond open van verbazing, wat zien ze er
oogverblindend mooi uit in het donker. Schitterend verlicht, in het park
erachter is het gezellig en super romantisch. Statig staan de torens in het
middelpunt te stralen. Mooi verlichte fonteinen en klaterend water maken het
samen met al het groen er om heen af. Een voltreffer om hier nog even naar
toe te gaan! Met een voldaan gevoel stappen we in de gereedstaande taxi die
ons naar “ons” internetcafé brengt. Even het thuisfront een groet brengen en
dan slenteren we, in de zwoele avondwarmte van Kuala Lumpur, terug naar ons
hotel. We pakken de rugzakken weer in omdat we morgen verder reizen naar de
Cameron Highlands, weg uit de drukte van de stad, op naar de verkoelende
hooglanden. Maar eerst, lekker slapen.
Dag 9
De
wake-up call is wederom om 07.00 uur… de rode draad door deze rondreis.
Vandaag beloofd een mooie dag te worden. We rijden naar de Cameron
Highlands, een hoge en dus koelere locatie zodat we even kunnen bijtanken
van de vochtige warmte. Het is een mooie gevarieerde route, grotendeels over
de snelweg. Vlak voordat we de hooglanden in rijden maken we een stop bij
een mandenmakerij. Het volledige proces is hier te zien; bamboe stok, bamboe
repen, nog dunnere repen om tot slot te worden gevlochten tot mand. De hele
familie werkt mee, van kindje tot opa. De werkomstandigheden zijn niet al te
best en het is hard werken voor een paar schamele centen. Een mand brengt 1
Ringit op, de productie is 30 manden per dag en dat moet verdeeld worden
over 5 man. Een kwartiertje verder rijden is een palmboomplantage, ook hier
maken we een korte stop om uitleg te krijgen over het hoe en waarom van deze
plantages. Het barst hier van de muggen dus heel erg vinden we het niet als
we de bus weer in mogen. Deze uitstapjes vallen in de categorie “Leuk om te
zien, zeker niet bijzonder”. Vanaf hier slingert de weg zich door de groene,
bergachtige hooglanden. Het is zo mooi! De route voert ons over smalle
slingerwegen, af en toe een gapende diepte maar over het algemeen een zeer
groene en vriendelijke omgeving. Uiteraard wordt er bij de Iscander
watervallen een stop gemaakt. In de boeken alom geprezen, in werkelijkheid
een teleurstellend stroompje water dat van de rotsen afklatert. Typisch zo´n
plek waar elke bus zijn hongerige toeristen naar buiten laat om de attractie
van de omgeving te tonen. De winkeltjes die aan weerszijden van de weg
gevestigd zijn verkopen veel stoffige prularia, de mooie groene omgeving
maakt een hoop goed. We slingeren verder de hooglanden in en arriveren in
Tana Rata. Een dorpje dat midden in het Hoogland ligt. Het restaurant waar
we gaan lunchen heeft een eigenaar die vier jaar, samen met zijn vrouw, in
Nederland heeft gewerkt. In steenkolen Nederlands worden we op een “glappige
maniel” welkom geheten. Wiebre is bijzonder ongeduldig en staat mopperend
achter de bar te roepen dat er eten moet komen en dat de tafels nog niet
eens gedekt zijn. Vrij gênant, zeker als nog geen vijf minuten later mooi
opgemaakte bordjes worden opgediend. Het eten smaakt erg goed en halverwege
de lunch pakt de eigenaar zijn microfoon en begint spontaan karaoke ten
gehore te brengen. Frans Bauer en “Het kleine café aan de haven” komen
voorbij. We schikken ons in ons lot en maken er een gezellig gek uurtje van.
Na de lunch verkennen we het dorpje en vertrekken dan naar ons hotel,
onderweg nog een vlindertuin aangedaan waar behalve vlinders ook nog
allerlei reptielen en andere vreemde dieren huizen. Tijdens ons bezoek
dendert een enorme tropische regenbui op het half golfplaten, half glazen
dak. Een oorverdovend kabaal wordt ten gehore gebracht. Het is tevens het
meest spectaculaire van dit bezoek. Het Strawberry Park Hotel is geweldig
mooi gelegen! Midden in het groen met een canopytour direct achter het
hotel. Doordat het enigszins slecht onderhouden is helaas gesloten, het
zelfde geldt overigens voor het zwembad dat zich in de kelder van het hotel
bevind. De kamers zijn ruim en keurig netjes. Ze hebben een mooi balkon met
uitzicht over de groene bergen om ons heen. De wind giert door het dal en de
kwetterende vogels sluiten de dag in stijl af. We eten in het hotel “a la
carte”, veel keuze en alles ziet er lekker uit. De smaak sluit hierbij aan,
heerlijk! De temperatuur is rond de 20°C en lekker fris. Daar hier ´s avonds
niet al te veel te doen is besluiten we een keer lekker vroeg onder de wol
te kruipen.
Dag 10
Jammer dat we slechts een nacht doorbrengen in de Hooglanden. Het is hier
erg mooi en we hadden best een dag extra willen blijven. Helaas is dit niet
het geval en dus zitten we om 08.30 uur weer in de bus. Het is een dag met
een strak tijdschema omdat we beslist op tijd in de haven moeten zijn om de
boot naar Pankor Island te halen. De eerste stop is al na 10 minuten rijden.
We wachten bij de ingang van de vlindertuin op een oude gele schoolbus die
ons naar de BOH-theeplantage moet brengen. We nemen afscheid van Wim die
onverwacht naar huis vertrekt. Vanmorgen heeft hij te horen gekregen dat
zijn bedrijf en tevens levenswerk door brand is verwoest. Heel sneu voor hem
en jammer voor de groep dat we zijn gezelligheid de rest van de reis moeten
missen! Wiebe heeft hier een flink staaltje organisatietalent tentoon
gespreid door alles zo snel en goed voor hem te regelen! Chapo! De rit naar
de theeplantage is erg mooi, de theevelden liggen in een glooiend landschap
en geven deze omgeving een bijna magisch karakter. Het is een bijzonder
gezicht, heel in de verte zien we nog net een paar puntige hoedjes boven het
groen uitkomen, het zijn late theeplukkers blijkt later. Bij de theefabriek
vangen we aan met een introductiefilmpje van BOH. We verwachten een
docu-achtige informatieve film maar in plaats daarvan wordt ons een 30
minuten durende BOH-reclameboodschap voorgeschoteld. Nadat drie soorten thee
zijn aangeprezen hebben wij het daar wel mee gehad en dus lopen we wat rond
en genieten van de mooie vergezichten in dit lieflijke landschap. Als de
film voorbij is hebben wij heerlijk ontspannen, in alle stilte, genoten van
de geweldig mooie omgeving. De theefabriek heeft helaas een technische
storing waardoor we slechts een halve rondleiding krijgen. Een sterk thee
aroma vult de hallen en het proces dat we wel te zien krijgen is erg
interessant en boeiend. Daar we weinig tijd hebben worden we nog even snel
de “BOH souvenirwinkel” ingeduwd om daar de nodige Ringits te laten rollen.
Gelukkig hebben wij de reclameboodschap overgeslagen. De gele bus vertrekt
te snel en als ik aan Wiebre vraag wanneer we theeplukkers te zien krijgen
antwoord Wiebre dat dat vandaag niet meer zal gebeuren. Dan hadden we
namelijk veel vroeger op de theeplantage moeten zijn. Nou zakt mijn broek
af! Waarom zijn we dan niet vroeger weggegaan man? Wat een teleurstelling!
We dalen inmiddels af naar de laaglanden en genieten nog even van de mooie
natuur. Na twee uur rijden stoppen we in Ipoh. Er is hier een groot
winkelcentrum waar alle goede bekenden gevestigd zijn (Mc.Donalds, KFC, Deli
France, Burger King, Pizza Hut). Uiteraard zijn er ook andere lunchrooms
waar wij liever gebruik van maken (een aanrader is: “The Coffee Bean & Tea
Leaf”). Als we weer naar buiten lopen voelen we een verstikkende hitte, het
voelt aan als een grote heteluchtoven. Na nog eens twee uur bussen arriveren
we in de haven. Op naar Pankor Island. Een wat oudere, “speeddiesel” brengt
ons naar onze nieuwe bestemming. Het is een half uurtje varen en op het dek
is het goed toeven. Langzaam verschijnt ons resort in de verte, het oogt als
een waar paradijs. Veel groen en een mooi strandje voor de deur van het
resort. We worden met een soort van “boevenwagen” naar de receptie gebracht.
Het welkomstdrankje smaakt goed en na dit korte intermezzo ontvangen we de
sleutels. De kamer is netjes, op de balkondeur staat een bordje waaruit we
afleiden dat we geen dingen onbewaakt op het balkon moeten laten slingeren
en de deur goed moeten afsluiten. Het wemelt hier namelijk van de dieven.
Deze dieven zijn nogal harig en houden zich in groepen op. Ze rennen over de
daken en zijn razendsnel. Het zijn kleine brutale aapjes die er, van een
afstandje, leuk uitzien. We posteren ons in het zwembad aan de poolbar, wat
een leven! De avond gebruiken we om verder te relaxen, een uitstekend buffet
en daarna, hop naar bed…
Dag 11
Geen
wake-up call vandaag. Om 10.00 uur vertrekken we voor een eiland tour. We
bezoeken een Chinese tempel, ze zijn mooi maar beginnen me nu “de keel uit
te hangen”. Daarna volgt de oude VOC vesting die gedeeltelijk is herbouwd
met de stenen die rondom de ruïne zijn gevonden. Interessant om te zien waar
en waarom onze voorouders hun strategisch gelegen positie hebben ingenomen.
Het fort is maar gedeeltelijk herbouwd en geeft een aardige indruk van wat
het ooit is geweest. Dit is tevens de laatste bezienswaardigheid op dit
eiland, al wat rest is het dorpje waar een vrij levendige winkelstraat is.
We kopen een paar batikshirts en observeren het dagelijkse leven, het zijn
bijzondere mensen die de moeite waard zijn om van een afstandje gade te
slaan. We gaan met een taxibusje terug omdat een van de busjes waarmee we
zijn gekomen blijkbaar een ander ritje heeft gescoord. Aangekomen in het
resort pakken we de handdoeken en zwemspullen en gaan een middag heerlijk
genieten van zon, strand en zee. De jetski was een prettig verzetje,
heerlijk beuken op de golven in de baai. Als de avond valt komen tientallen
Hornbillvogels aangevlogen. Wat een gave vogels! De veel te grote snavel die
op hun kop pronkt staat in geen verhouding met de rest van deze vogel. Op de
achtergrond varen de vissersboten naar de veilige haven terwijl aan de
horizon de zon langzaam in de zee verdwijnt. Een betere afsluiting van een
dag kun je je niet wensen.
Dag 12
De
rode draad komt om 06.45 uur voorbij en dat betekent dat het tijd is om
verder te reizen. De boot vertrekt om 10.00 uur en onderweg laten we de
mooie omgeving nog eens rustig aan ons voorbij gaan. Het uitzicht is
hiervandaan magnifiek. Op afstand zien we de vissersbootjes weer die nu “the
catch of the day” binnenhalen. Op het water heerst een oosterse
bedrijvigheid. De belboys die zijn meegekomen dragen onze bagage naar de
gereedstaande bus. Daar we wederom een lange rit voor de boeg hebben
verplaatsen we ons over de snelweg. We passeren onmetelijk veel
palmplantages, palmbomen zover het oog reikt. Palmolie is een van de
belangrijke bronnen van inkomsten voor Maleisië. Langs de wegen zijn
teakbomen aangeplant die, wanneer ze groot genoeg zijn, worden gekapt voor
het hout. Na twee uur is er de gebruikelijke korte koffiepauze om vervolgens
weer door te rijden. Na nog eens een uur rijden arriveren we bij de langste
brug van Azië die 13,5 km lang is. Deze brug verbindt het vaste land met het
“Chinese” eiland Penang, een knap staaltje! Het is een drukke
verbindingsbrug, alleen Georgetown al telt een 1,3 miljoen inwoners. De stad
is druk, oud en niet al te schoon. We arriveren bij het City Bayview Hotel,
een groot hotel dat er keurig netjes uitziet. Ook hier zijn de kamers prima
in orde en dit keer hebben we een mooi uitzicht over de baai. ´s Middags
maken we met 17 (!) trishaws, een stadstoer, een waar spektakel. Oude magere
mannetjes fietsen ons door het drukke
verkeer. We zien de belangrijkste historische plekken en stoppen als eerste
bij Fort Cornwallis. Hier staat een Nederlands VOC kanon uit 1603 dat “Seri
Rambai” wordt genoemd. Vrouwen hangen over de loop van het kanon bloemen,
als offer voor vruchtbaarheid. De tsunami van december 2004 heeft ook hier
schade veroorzaakt, hoewel niet zo ernstig als in andere gebieden. We
stoppen bij een Chinese leefgemeenschap, het “dorp” is op palen gebouwd
boven het zeewater. We lopen over de “steiger” het dorp in en tussen de
houten huizen door zien we waar de ongelooflijk smerige, penetrante stank
vandaan komt. De Chinezen gooien alles van zich af en uiteraard beland dit
allemaal in de zee onder de huizen, het is een groot open riool en
vuilstortplaats tegelijk dat bij vloed met een laagje zeewater wordt
overspoeld. Combineer dit met de tropische temperatuur en er is een grote
kweekvijver van ellende ontstaan. Wat een viespeuken! Hoe verder we het dorp
inlopen hoe schoner de lucht wordt. Bij het laatste huis zien we hoe een
jonge Chinese man in een “trance” verkeerd en allerlei rituelen uitvoert met
tromslagen op de achtergrond. Een soort van zelfkastijding. Ook hier krijgen
we uitleg over de vreemde Chinese cultuur. De volgende bezienswaardigheid is
de Khoo Kongsi tempel, een grote Chinese Tempel gebouwd in 1906 door de de
Khoo Clan, een steenrijke Chinese Handelarenfamilie. Ondanks het feit dat
dit de zoveelste tempel is moet ik zeggen dat deze zich in positieve zin
onderscheid van de vorige, een architectonisch hoogstandje. Mijn tengere
oude trishaw bestuurder slingert zijn fiets opvallend behendig door het
drukke verkeer en door de smalle straatjes. Tussentijds ratelt hij aan een
stuk door om uitleg te geven over alles waar we voorbij komen. Wat een leuke
ervaring is dit! We rijden door de levendige Indiase buurt waar uit alle
hoeken en gaten geluid komt. Een gezellig en bedrijvig straatbeeld. We
stoppen bij de Sri Mahariamman Tempel, de oudste Hindoetempel van de stad
(1833). Uiteindelijk eindigen we bij ons hotel en hebben op een ontspannen
en vooral leuke manier een heel aardige indruk gekregen van Penang. De avond
besteden we op de avondmarkt aan de andere kant van de stad. Aan weerszijden
van de weg staan over een lengte van enkele kilometers ontelbaar veel
stalletjes waar je werkelijk alles kunt kopen. Gezellig druk en leuk om
overheen te slenteren. We eten wat uit de ontelbare Hawkerstalletjes. Ze
zijn gevestigd op een overdekte markt. Je bestelt links en rechts wat te
eten en het wordt netjes bij je tafel bezorgd. Goedkoop en vreselijk lekker!
Alles wat ik op tafel heb zien staan zag er geweldig lekker uit! Het is een
gezellige avond en we waren dan ook laat terug in ons hotel…
Dag 13
Vandaag precies een jaar getrouwd, niet belangrijk voor dit reisverslag maar
voor ons zelf wel een speciale dag. Omdat Wiebre niemand warm heeft gekregen
voor de optionele excursies van vandaag regelen we het maar voor ons zelf.
Bij verrassing staan er 10 man op ons te wachten in de lobby die in ons
kielzog meegaan naar Penang Hill. Wiebe heeft dus een makkelijke dag
vandaag. Met een Zwitserse tandradbaan worden we langzaam naar boven
vervoerd. Het is een stijl traject en we zien aapjes aan de kant. We hebben
erg veel geluk omdat het vanochtend helder weer is. Vanaf de berg hebben we
een geweldig uitzicht over het eiland, we kunnen de 13,5 km lange brug goed
zien liggen en hebben een mooi overzicht over Georgetown. Boven op de heuvel
is het gezellig, je kunt er lekker op een terrasje zitten om wat te eten en
te drinken, verder worden er wat folkloristische dingetjes georganiseerd.
Wij hebben besloten om aan de andere kant van de heuvel naar beneden te
wandelen, wederom sluiten een aantal medereizigers zich bij ons aan. Met een
klein clubje mensen wandelen we over de mooie, steile, maar goed
toegankelijke, slingerende weg dwars door het bos. Onderweg zien we allerlei
tropische dieren voorbij komen zoals een slang en veel mooie vogels.
Halverwege zit er een hele troep apen op de weg. Voorzichtig benaderen we
ze, dit was niet nodig, ze zijn inmiddels zo gecultiveerd dat ze niet meer
schrikken van een paar mensen die voorbij komen. We eindigen de lange steile
wandeling bij een botanische tuin die bijzonder fraai is aangelegd. Ook hier
wemelt het van de aapjes en in de gauwigheid zien we er een die op
dieventoer is in een bar. Als hij betrapt wordt springt hij op, beland op
een hete pan, springt verschrikt op en met het helse kabaal van een vallend
deksel gaat onze vriend er vandoor met zijn buit. Mooi schouwspel! In de
tuinen is een grote diversiteit aan bijzondere flora en fauna. Er heerst een
serene rust die in groot contrast staat met de drukte van de stad. Als we
over een van de paden lopen schiet er een alligator voor ons langs. Een taxi
brengt ons terug naar het hotel waar we nog even aan het buitenbad op de 4e
etage vertoeven. Langzaam dutten we in… Als er een telefoon overgaat,
schrikken we wakker en realiseren we ons dat we moeten opschieten. Vanavond
gaan we gezamenlijk eten en dat willen we niet missen. Het is een gezellige
avond met goed eten en een muzikaal duo dat met gitaar en zang aan tafel
alle klassiekers uit de kast trekt en de boel wat extra leven intokkelt.
Speciaal voor ons wordt er nog een romantische ode gebracht aan tafel. Een
mooie afsluiter voor vandaag, nog een borrel in het hotel en dan lekker
slapen.
Dag 14
06.00
uur wake-up call. We slepen ons naar het ontbijtbuffet en nuttigen ons
ontbijt. De oergezellige avond zit ons duidelijk nog in de benen. Vandaag is
de laatste transfer van deze rondreis. We gaan met een snelle ferry naar
Langkawi. De boottocht duurt bijna drie uur en loopt gesmeerd. We passeren “Bounty-eilandjes”,
allemaal kleine paradijsjes. Wat bijzonder om dat aan het oog voorbij te
zien gaan. Bij aankomst op Langkawi is het bewolkt en hangt er een dreigende
lucht. Met de bus rijden we in een uurtje naar ons resort dat aan de andere
kant van het eiland ligt. Onderweg valt een tropische regenbui, na een
kwartiertje is dat voorbij en komt de zon weer te voorschijn. Het resort
ligt in een baai en ziet eruit als een paradijs. Een mooi zwembad met een
gezellig terras erbij. Ligstoelen met op de achtergrond het geruis van de
zee. De temperatuur stijgt overdag naar zo´n 38 graden en dus is het zaak
veel water te drinken. De kleine huisjes zijn eenvoudig maar scoren een
dikke voldoende, vanaf ons balkon kijken we uit over zee. De komende week
leven we vooral buiten en dus zijn een goed bed, een airco en een douche
voldoende. Ik wandel naar het strand, zoek mezelf een hangmat uit en dommel,
met het geruis van de zee op de achtergrond, in een aangename slaap. “Leven
als een god in Maleisië” heet dat. De avond houden we kort, we drinken met
een aantal medereizigers nog wat in de club aan het strand en ploffen daarna
ons bed in.
Dag 15
De
dag begint vroeg omdat we meegaan met een Mangrove tour. We komen in
zogenaamde “Bat-caves” waar honderden vleermuizen boven ons hoofd hangen.
Een penetrante lucht met snerpende geluiden beheersen deze grot. Onze locale
gids vertelt ons veel over de flora en fauna in dit gebied. De boottocht
langs de Mangrove is prachtig, de natuur is overweldigend hier! Ongerept en
rust, slechts de motor van ons bootje zorgt voor “mechanisch” geluid. Net
voordat we de open zee opvaren worden zeearenden gelokt met kip die door de
schroef van de buitenboordmotor wordt vermalen. In groten getale komt de
locale luchtmacht aanvliegen. De grote bruine roofvogels storten zich op hun
prooi en laten zich dit feestmaal goed smaken. De tocht gaat verder over
zee, we varen met hoge snelheid en genieten van al het moois om ons heen. We
naderen een eiland waar een kolonie vliegende honden leeft. Ze hangen op de
kop in de bomen en van een afstandje zijn het net zwarte zakken die aan de
boomtakken hangen. We stoppen bij een van de vele Bounty-eilandjes en
krijgen daar een picknick aangeboden. Dit is ultiem genot; onder de
palmbomen staan mooi gedekte tafels vol vers fruit, lekkere lokale hapjes
met aangrenzend hagelwit strand en een azuurblauwe zee waarvan het water
rustig stukjes van het strand knabbelt. Deze momenten gaan altijd te snel
voorbij. Op volle snelheid jagen we terug naar het haventje dat overigens
ooit nog als decor van een Hollywood productie heeft gediend. Er hangt
wederom een gitzwarte lucht. We zitten nog niet in het taxibusje of een
enorme stortbui dendert over ons heen. De rest van de dag is voor
ontspanning aan het zwembad en het strand. Als we uiteindelijk de zon achter
de rotsen zien verdwijnen, realiseren we ons dat er wederom een dag aan ons
voorbij gegaan is.
De
laatste dagen
Daar
we hier bijna een week hebben bijgeboekt staat een deel hiervan in het teken
van ontspannen. Dat lukt hier goed, hoewel we ook erg hebben genoten van een
dag snorkelen bij het eiland Pulau Payar, het eiland ligt noordelijk in de
straat van Malakka. Onderweg daar naar toe zien we op afstand heel even de
rug van een walvis boven water uitkomen, we hebben dat pas in de gaten als
we de “fontein” plotseling zien spuiten. Het koraal bij ons eilandje is niet
spectaculair maar wel heel leuk om al snorkelend te ontdekken. Er zit hier
vrij veel vis in alle kleuren van de regenboog en dus voldoende stof tot
snorkelen. Zelfs een aantal kleine haaien doemen ineens voor mijn duikbril
op. Geweldig! In de avonduren is een tochtje met de gondel naar de top van
de berg achter het resort de moeite waard. Vandaar af hebben we een mooi
uitzicht over de baai en er zijn mooie vergezichten. Langzaam kruipt het
einde van deze mooie rondreis naderbij. Vlak voor ons vertrek krijgen we als
toetje een kolonie brilaapjes voorgeschoteld die de show stelen naast het
zwembad in de bomen. Een mooi afscheid van een land dat niet onze harten kon
stelen maar wel stiekem een speciaal plekje heeft veroverd. Een hele mooie
en bijzondere reis die een onuitwisbare indruk op ons heeft gemaakt.
René & Renate de Burger