MALAYSIA
SITE

 
Reisverslagen

-- Ton en Ria
-- Ed Verwoerd
-- Pieter
-- Linda & Ward
-- Martin & Ineke
-- Vera en Denis
-- Carola Rood
-- Hanneke en Wil (deel 1)
-- Hanneke en Wil (deel 2)
-- Kala Chielens
-- Alfred de Mooy - tsunami
-- Alfred de Mooy - de reis
-- Esther en Arno
-- Lorette de Ploeg
-- Jurn Verschraegen
-- René en Renate de Burger
-- Eveline Wiertz
 
Algemeen
Jungle
Kuala Lumpur
Penang
Langkawi
Melaka
De Eilanden
De Highlands
De Westkust
De Oostkust
Johor
Kedah
Kelantan
Labuan
Negeri Sembilan
Pahang
Perak
Perlis
Sabah
Sarawak
Selangor
Singapore
Terengganu
Kids Club Maleisië
Auto/Bus/Trein
Hotels Reserveren

De Maleise Keuken
Golf & Golf Clubs
Rondreis Maleisië
Links
Contact
 



 

Reisverslag
Jurn Verschraegen

Orang Utan

Maleisië : Rondtrekken op het schiereiland, in Sarawak en Sabah

Groepsrondreis met 8 personen van 7 tot 30 september

Voor veel reizigers is Maleisië het exotische nec plus ultra. Men hoopt er naast het immer vochtig warme klimaat te kunnen genieten van uitgestrekte zandstranden en romantische zonsondergangen. Wij vroegen ons af of Maleisië ook nog iets meer te bieden had dan het ‘gewone’ toeristische en gingen op zoek naar diverse mogelijkheden om te ontsnappen aan de traditioneel toeristisch gebaande paden. Toegegeven, Maleisië is een land dat zich ontwikkelt in drie verschillende snelheden: in elk deel van het land gaat het er anders aan toe en is de vooruitgang gebonden aan de lokale gewoonten. Met rasse schreden wil men het land doen evolueren van een land in ontwikkeling naar een modern ontwikkeld land. Dat is duidelijk merkbaar aan de vele infrastructuurwerken en de groeiende ecologische problemen van (al dan niet illegale houtkap) op Sarawak en vooral in Sabah. Gelukkig is de laatste jaren ook hier een tegenbeweging op gang gekomen die inziet dat het bewaren van onze tropische regenwouden echt van levensbelang is. Tijdens onze reis doorheen Sabah ontmoetten we zelfs de minister van landbouw die zich kwam informeren over de inspanningen ten bate van de natuur in en rond Sukau, in het Kinabatangangebied.

 

Woensdag 7 september  – donderdag 8 september
Onze tickets bestelden we in januari, tijdens de vroegboekactie van Joker. Traject Brussel-London-Muscat-Kuala Lumpur, kostte 636,85 EUR met Gulf Air.  Brussel-London werd verzorgd door BMI (British Midland). Op de vlucht van BMI hoorde een van onze medereizigers het in Keulen donderen wanneer de flight tenant voor een thee 2,50 EUR vraagt. Geen probleem, ware het niet dat de euro’s zich in het meer dan volgestouwde handbagageruim bevonden…
Muscat, de hoofdstad van Oman bereikten we na ongeveer 7 uur vliegen vanuit Londen. Oman is een sultanaat op het schiereiland aan de Arabische zee en de Golf van Oman. Een deel van de grens met Jemen en met Saoedi-Arabië loopt door Rub al-Khali, het 'Lege Kwartier'. Deze zandvlakte is met 800.000 km het grootste aaneengesloten woestijngebied ter wereld. Het overgrote deel van de inwoners leeft dan ook langs de 1700 kilometer lange kust of meer landinwaarts niet al te ver van de kust.

In de luchthaventerminal horen we dat de aansluitende vlucht van Gulf Air minstens een uur vertraging heeft opgelopen. In ruil voor het ongemak biedt men ons een maaltijd aan. De smaakpapillen moeten nog duidelijk wennen aan het pikante voedsel.

De vlucht van Muscat naar Kuala Lumpur duurt ook nog eens 7 uur. KLIA, de internationale luchthaven, is hypermodern. Je kan er gratis internetten en je dient een shuttle te nemen naar het gebouw waar de binnenlandse vluchten aankomen, want daar is de uitgang.  De transfer verloopt vlot en binnen de kortste keren brengen we de formulieren in orde bij het autoverhuurbedrijf van kasina. We krijgen gedurende een week een KIA Pregio ter beschikking waarmee we het schiereiland zullen bereizen. Achteraf bekeken is dat een bijzonder goede optie geweest. Doordat we onze boeking via het internet regelden, kregen we 20% korting op de normale verhuurprijs. Vraag ernaar bij je mail-contacten! Voor de hele periode betaalden we RM 1693,92 (366,82 EUR), dit voor 8 personen. Hoewel de wagen voor 10 personen geschikt is, is de maximale capaciteit echt wel 8, gelet op de bagage.

De eerste kilometer met de nieuwe wagen was het vooral wennen aan het links rijden met een stuur dat rechts staat. Regelmatig schakelden we de ruitenwissers aan in plaats van het knipperlicht. We zouden het niet makkelijk afleren…

Doordat we rond middernacht plaatselijke tijd aankwamen, hebben we de in 1994 aangelegde North-South autosnelweg (tol te betalen) zo goed als voor ons alleen. Op voorhand reserveerden we het Bintang Warisan Hotel, gelegen in de Golden Triangle van KL. Parkeren met de huurwagen kan aan de achterkant, voor wie met de monorail komt die vanuit de oude luchthaven van KL (KL Sentral) vertrekt, stapt af aan halte Bukit Bintang, een halte gesponsord door Coca Cola. Reservatietip: boek dit hotel bij Asiahotels en je krijgt een bijzonder aantrekkelijke prijs.


Wij reserveerden twee kamers van drie personen en vroegen een extra matras op de grond. De kamer is dan wel redelijk nipt qua omvang maar voor één of twee nachten lukt dat nog wel. We betaalden slechts RM 40,00 per persoon op die manier. Het hotel ligt op loopafstand (max. 300 meter) van de belangrijkste shoppingcomplexen. Het is dus een ideaal vertrekpunt van de reis en een mooie afsluiter. Vergeet wel niet op voorhand via internet je reservatie te regelen, anders betaal je heel wat meer. We lieten een deel van onze bagage hier achter om na de reis nog voldoende frisse kleding te hebben.

 

Durian, duku, rambutan en langsat te koop!

Vrijdag 9 september  KL – Cameron Highlands
Voor het ontbijt krijg je in Bintang Warisan een voucher die je mag inruilen in het restaurantgedeelte dat ernaast ligt. Je kan er kiezen tussen nasi lemak, het traditioneel Maleisiësche ontbijtgerecht of een Amerikaans ontbijt dat heel veel weg heeft van een Engels ontbijt. Beiden zijn lekker klaargemaakt. Met koffie of thee zijn ze evenmin spaarzaam.

Vandaag bezoeken we de Batu Caves. De Batu Caves bevinden zich ongeveer tien kilometer ten noorden van Kuala Lumpur. De grot is 400 meter lang en 100 meter hoog en werd in 1892 ontdekt. Vanaf het hotel in de Golden Triangle zijn de Batu Caves gemakkelijk bereikbaar. Je dient wel even op te letten waar je afslaat. Ondanks de goede bewegwijzering is het niet evident om de juiste afslag te kiezen, gelet op het links rijden.  De Batu Cave is de heilige plaats (grot) van de Hindoes in Maleisië.
Het wemelt hier van de apen en we zien ook waarschuwingsborden. De apen zijn uit op voedsel en kunnen redelijk agressief uit de hoek komen. Onbegrijpelijk dat vele toeristen hen nog iets toestoppen
. De lange rood-witte trap telt 272 treden. Door de vochtige hitte begin je al snel te zweten. Neem dus een flesje water mee (RM 1,00 voor 50 ml). Eén keer per jaar wordt in de Batu Caves het Thaipusam feest gevierd. Het is een viering voor de jongste zoon van Shiva (Subramaniam) en de eenwording van Pusan en de Brihaspati sterren. Er komen dan 800.000 Hindoes uit het gehele land naar deze grot.

Voor wie heel veel mooie dingen verwacht zijn de Batu Caves wat teleurstellend. Het is echter wel een mooi begin van de reis en de tempel doet wat denken aan Nepal. We betaalden RM 2,00 voor het parkeren van de auto.

Rijden naar de Cameron Highlands is niet te onderschatten. Je dient de North-South autosnelweg in noordelijke richting te volgen, naar Ipoh. Van de autosnelweg afrijden betekent dat je wat authentiekere dingen ziet, maar dat heeft als nadeel dat je heel traag vooruitkomt. Noodgedwongen reden we eraf omdat de hoeveelheid diesel tot een zorgwekkend niveau was gedaald. Uiteindelijk vonden we toch een pompstation met één werkende dieselpomp (RM 1,281/l). Langs de weg eten we een bijzonder pikante maar wel lekkere maaltijd voor RM 3,00. Op weg van Tapah naar Tanah Rata stoppen we nog bij een mooie waterval. Helaas is het geheel een beetje verloederd, maar charme heeft het wel. Langs de weg staan verschillende stalletjes waar je diverse vruchten waaronder reuze-erwten en rambutans kan kopen. De doerian is hier eveneens te koop. De vrucht oogt mooi maar stinkt verschrikkelijk.

De theevelden

Van een potentieverhogend middel hadden we ons iets anders voorgesteld. De weg blijft slingeren en klimmen. We doen er minstens twee uur over om Tanah Rata te bereiken. Het is er merkelijk koeler dan in de stomende vlakte van KL, tegen de avond trekken we zelfs een lichte fleece aan. Geen wonder dat hier theeplantages zijn. We degusteren een thee in de Bharat Tea Plantations. We overnachten in Father’s Guesthouse (RM 25,00 voor een tweepersoonskamer met gedeelde douche). Het is er charmant, ondanks het feit dat je in barakken slaapt die dateren uit WO II. De blik op de omgeving doet Engels aan. Op voorhand reserveren is een must aangezien deze overnachtingplaats zeer snel is volgeboekt. In de omgeving is er weinig anders te vinden in dezelfde prijscategorie. Bij Father’s kan je ook internetten en het ontbijt is er prima. De avondmaaltijd nemen we in Tanah Rata zelf, m.n. in het overheerlijke Restoran Bunga Suria
(Jln Perisan Camellia 3) waar je eten (Zuid-Indisch) op een bananenblad wordt geserveerd. Niet duur (RM 86,30 voor 8 personen inclusief drank).

Zaterdag 10 september  Kampung Attap Trail
We keken al langer uit naar deze dag. De verantwoordelijke van Father’s maant ons vriendelijk aan om onze KIA op een smal paadje te plaatsen waardoor de jeeps vlak voor het guesthouse kunnen parkeren. Kort daarop vertrekken we met een gids en twee lokale Orang Asli-mensen naar een klein Orang Asli dorp. We staan aan het begin van een tweedaagse staptocht doorheen het tropische regenwoud. De gidsen vertelden dat we zeker niet gespaard zouden blijven van bloedzuigers en ander ongedierte. Uitkijken was dus de boodschap. Al heel snel slokte het woud ons op. De temperatuur was draaglijk, maar het pad was soms helemaal verdwenen. Het was duidelijk dat we geopteerd hadden voor een totaal niet-toeristische tweedaagse trekking. De machetes deden feilloos hun werk bij het wegkappen van doornige stengels. Hier en daar passeerden we een bamboewoud met heel veel omgevallen taaie bamboe. Onze kleren zagen er binnen de kortste keren vreselijk smerig uit en toen we onze broeken bekeken zagen we hier en daar bloed sijpelen: de bloedzuigers deden zich aan ons tegoed! Op onze vraag hoever het nog was – we stapten inmiddels zo’n 6 uur – gaven de lokale bewoners aan dat we er binnen een uur zouden zijn. Een uur later bleek er nog geen minuut van dat uur te zijn afgeknabbeld. Op het moment dat we het stilaan voor ons ogen wazig zagen worden, bereikten we het Orang Asli dorp. Het leek eerder een verzameling wankele paalwoningen, met bijna aan elke woning een treurende tabaksplant, drie meter hoog opgeschoten. Deze mensen leven nog als nomaden, we gingen beleefd in op hun verzoek om hen te volgen. Onze overnachtingsplek was een paalwoning, een beetje verderop, geen elektriciteit, geen stromend water, gat in het dak en een vloerbedekking van bamboematten. De rivier die vlakbij was deed dienst als relaxatiebad. De gids maakte ons een heerlijke rijstmaaltijd alvorens we ons te slapen legden.

Zondag 11 september Kampung Attap Trail – naar Penang
De tweede dag is het makkelijker lopen. De weg is in vergelijking met gisteren een boulevard. Op een zestal uur staan we opnieuw aan de rand van het regenwoud. De tocht was prachtig, echt een aanrader. Bij het schrijven van dit verslag merkte ik dat de website van Father’s deze tocht niet meer voorstelt. Mits enig aandringen, moet dit m.i. wel nog mogelijk zijn. Het is avontuurlijk en vooral authentiek. Achteraf zouden we het één van de hoogtepunten van onze reis vinden. We betaalden RM 150,00 voor deze trekking, gids, maaltijden en logement inbegrepen.

Bij onze terugkomst wachtte ons een onaangename verrassing. Onze KIA Pregio liep beschadigingen op. Wellicht heeft een voertuig zich tijdens onze afwezigheid een weg willen banen tussen de veel te smalle ruimte die er was tussen onze wagen en het met autobanden afgebiesde grasveld. Niemand had iets gezien of gehoord. We tonen de schade aan de chef van Father’s. Hij roept meteen een van zijn medewerkers op die met een product het geheel wat oppoetst. Wanneer ik aandring op een vaststelling door de politie is hij bijzonder gewillig. Samen rijden we naar het politiekantoor waar er een PV wordt opgemaakt. Aangezien het een zondag is, is er weinig volk beschikbaar voor een foto. Zo’n 20 minuten later komt een speciale politiepatrouille een foto maken van de linkerflank van de wagen. We krijgen een proces-verbaal mee en we dienen de opmaakkost van RM 2,00 niet te betalen. Het politierapport wordt ondersteund door de verklaring van de verantwoordelijke van Father’s. We kunnen opgelucht vertrekken naar Penang. Bewust bezoeken we in en rond de Cameron Highlands niet meer de vlindertuin en de aardbeiplantages. Achteraf bekeken was dat een goede keuze, aangezien deze plaatsen eerder deden denken aan taferelen rond de Mont Noir in de buurt van Heuvelland. We zijn ongeveer 4 uur onderweg. Vlak voor Butterworth kiezen we voor ‘Pulau Pinang’ en het teken van de massieve hangbrug over de Andaman Sea. Er is in de richting van Penang tol te betalen
(RM 12,00). In Penang rijden we bijna vanzelf naar Batu Ferringhi, de plaats waar ons hotel gelegen is. Het betreft het luxueuze Tanjung Bungah Beach hotel, waar we kozen voor de kamers met zicht op de bergen. We reserveerden ook nu weer on line via Asiahotels en vroegen op twee kamers een extra matras. Daardoor bleef de prijs per persoon per nacht beperkt tot amper RM 50,00 inclusief rijkelijk ontbijt. Het hotel ligt wel aan een vrij drukke weg, hoewel je daar niet veel last van ondervindt. De kant met zeezicht is iets duurder en stiller. Het hotel heeft ook een proper zwembad en een privé-strand, gratis voor de hotelgasten. Bij het zwembad krijg je ook handdoeken. Zwemmen kan tot 20 uur. Een beetje verder kan je gaan terrassen in het hawker centre (op loopafstand en in de richting van Georgetown). Een goed gekoelde fles Carlsberg kost er RM 11,00 (650 ml.), een kleine fles RM 5,50.

Maandag 12 september Penang
Het regent pijpestelen. We stappen in onze KIA en rijden richting Batu Ferringhi. In Teluk Bahang bezoeken we de vlindertuin. Schitterend, je kan er prachtige foto’s maken. In de vlindertuin vliegen er ongeveer 4000 Maleisiësche vlinders rond, bestaande uit 120 verschillende soorten. Ook enkele heel zeldzame vlindersoorten tref je er aan. Voorzie zeker anderhalf uur voor je bezoek. Toegangsprijs bedraagt RM 15,00 per persoon en RM 1,00 voor een fototoestel. We zetten onze autotocht rond het eiland verder en praten over het feit dat de tsunami hier enkele maanden geleden lelijk huis hield. Daar is overigens op Penang niet meteen meer iets van te merken. We rijden verder naar Kek Lok Si, de tempel van de duizend Boeddha's, de grootste boeddhistische tempel van Maleisië in de buurt van Air Itam (Zwart water), een heuvel vlakbij Penang Hill. De tempel bestaat uit verschillende kleinere tempels, in elk deel van de tempel wordt een andere boeddhistische godheid vereerd. Elke tempel heeft min of meer een unieke indeling en is een bezoekje waard. Vanaf de begane grond van het tempelcomplex heb je een mooi uitzicht over Penang en Georgetown, maar voor het ultieme uitzicht moet je de pagode (Ban Po Tar) beklimmen. De wanden van elke etage van de pagode (het zijn er 7) zijn bekleed met honderden tegeltjes met elk een afbeelding van Boeddha. Elk niveau heeft zijn eigen kleurencombinatie. Het is trouwens opvallend dat de tempel niet in één stijl gebouwd is: de bovenkant is Burmees, de onderkant Chinees en alles wat ertussen zit Thais. Inkom is gratis, parkeren kost RM 2,00, de opbrengst gaat naar een fonds dat de tempel onderhoudt.

We sloten onze rondrit af met een bezoek aan Penang Hill. Het is een 821 meter hoge heuvel, ook Bukit Bendera geheten. Je kan beneden parkeren (RM 3,30) voor de periode dat je boven vertoeft. Je kan te voet naar boven (zweten!), maar evengoed neem je de kabeltrein, wat wij deden (RM 4,00 h/t). De trein vertrekt om het half uur en halverwege dien je over te stappen. Langs de kant van de weg staat aangegeven hoe hoog je al bent. Op de top is het ongeveer drie graden koeler dan beneden. Je voelt boven de verfrissende wind en je wordt beloond met een uitzicht op Georgetown en Penang Bridge. We hadden graag enkele tientallen meter hoog tussen boomkruinen gestapt (de Canopy Walk), helaas was dit niet mogelijk omwille van herstellingswerken aan het boomkruinpad. We bezochten dan maar de hindoetempel en de moskee. Vanuit Penang Hill kan je ook een jungle trail volgen naar Telok Bahang (6,6 km - 6u.).

We keren op onze stappen terug en bezoeken ’s avonds nog Chinatown en Little India in Georgetown. Het is er een drukte van jewelste en het drukke gepraat en gegesticuleer van de Chinezen overstemt de geluiden van de ratten die zich intussen tegoed doen aan de etensresten in en rond de vuilniscontainers. We eten in ‘Passage Thu’ India’ (Banana Leaf Cuisine), een zeer goed restaurant (Penang Road 132, tel 04 262 0263). Het is er iets duurder (RM 32,41 p.p.) maar je krijgt absoluut waar voor je geld.

Dinsdag 13 september  Melaka
We vertrekken vandaag vroeg gelet op onze zware rit naar het zuiden. Melaka is het tochtdoel. Tegen de middag bereiken we de omgeving van Kuala Lumpur en houden halt aan een soort ‘Carestel’. Het zijn islamieten die ons van lekkers voorzien aan een spotgoedkope prijs. We lopen er Rohana Ahmad en haar echtgenoot tegen het lijf. Ze spreken vloeiend Engels en trachten ons duidelijk te maken wat we hier kunnen bestellen. Ahmad en echtgenoot moeten er snel van door voor de zaken. Ze geeft ons nog een visitekaartje mee. Daarop staat haar titel: Sales & Marketing Manager van het Worldwellness Network. Het kaartje doet ons wegdromen… Drie uur later komen we aan in Melaka (Malacca).
Het is er zoeken naar een passende overnachtingsplek. We worden erg kritisch in onze keuze, maar komen uiteindelijk terecht in het voortreffelijke Baba-house (RM 89,00/tweepersoonskamer met airco). Een extra bed op de kamer kostte RM 25,00.

Melaka is een oude koloniale stad waar naast Engels en Portugees, nog heel wat Nederlands erfgoed is achtergebleven. De riksja’s voor de Christ Church en het Stadthuys zijn fotogeniek. Ook de hoger gelegen Saint-Paul’s Church bezoeken we nog bij valavond. Recht tegenover ons hotel kiezen we voor The Coconut House, gekend voor zijn lekkere en grote pizza’s met o.a. de ‘Leonardo Da Vinci’ (RM 17,00 per pizza, large). We kruipen snel onder de wol aangezien we vroeg naar KL terug moeten.

Woensdag 14 september  Kuching (Sarawak)
De luchthaven van KL is een en al bedrijvigheid. Binnen de kortste keren vinden we de weg naar de Car Rental. De man die ons zo behulpzaam was tijdens ons nachtelijke aankomstuur een kleine week geleden, staat ons al op te wachten. Een kleine inspectie van de wagen doet hem even twijfelen wanneer hij de nieuwe kras op de linkerflank bemerkt. Hij zegt er niets van, wellicht waren er voordien al krassen… We leiden hem wat af en steken de loftrompet af over de zeer betrouwbare KIA (hoewel het regelmatig voorviel dat we de koffer niet meer open kregen en we alles langs binnen dienden in te laden. Wanneer dan de laatste rugzak was ingeladen lukte alles plots weer wel…).

Aan de incheck bij Air Asia loopt alles vlot. Het vooraf afgedrukte boekingsformulier is het enige wat we hebben, maar dit blijkt voldoende te zijn. Vlucht AK 204 naar Kuching (RM 139,99 – € 30,24) verloopt vlot. We vliegen zelfs boven Bako NP, waar we morgen naartoe willen. Het ziet er mooi uit met al die inhammen. Een goed uur later kopen we in de luchthaven eerst een ticket voor de taxi (RM 17,50) die ons vervoert naar het niet vooraf geboekte Mandarin Lodging House, Jalan Green Hill 6, tel. 082-418269. Het hotel (RM 50,00 en 60,00 per kamer per nacht) is relatief proper, heeft airco en zelfs televisie. Het hotel is prima gelegen, rustig en niet ver van de Sarawakrivier. In de buurt is ook een internetcafé (in een shopping center). We flaneren wat langs de boorden van de rivier en bezoeken de markt. Echt de moeite om te bekijken. Zeker doen! Even verder moet je zijn om de accommodatiepermit voor Bako NP te reserveren. Wij deden dit de dag voor we erheen gingen. Dit bleek niet zo’n goed idee te zijn, aangezien de meeste accommodatie al benomen bleek. We hadden geluk en konden toch nog twee chalets reserveren, elk voor RM 42,00 voor die ene nacht. Met het accomodation permit dien je je dan aan te melden in het bezoekerscentrum op Bako zelf. Daar dien je dan nog de inkom te betalen (RM 40,00 voor een groep van 5 personen en RM 10,00 voor de overige drie elk).

Kuching wordt ook wel de kattenstad genoemd. (Kuching = kat in het Maleis). In de stad zie je ook diverse standbeelden van katten. Er is zelfs een kattenmuseum! Volgens een reisverslag was de orchideeëntuin in Kuching de moeite. We namen de sampan naar de overkant van de rivier en zochten, zochten en zochten tevergeefs. Zelfs de plaatselijke bevolking wist het niet helemaal meer. Wat bleek? Enkele jaren geleden heeft men de orchideeëntuin volledig verwijderd. Teleurgesteld keken we naar een andere sampan die ons opnieuw naar de overkant moest brengen. Intussen begon het te regenen en te donderen. Het deerde de kinderen van de nabij gelegen kampong niet om in de rivier te duiken. We vroegen aan een bootman of hij ons een beetje verderop zou kunnen brengen.

De sampan naar de orchideeëntuin.

Hij was graag bereid, maar vroeg in ruil drie dollar. We waren blijkbaar wat uit ons lood geslagen door dat hoge bedrag (normaal RM 3,00 voor de overtocht), tot we heel wat later beseften dat er op Sarawak nogal eens gesproken wordt van dollar, wanneer ze ringgit bedoelen. Hadden we dan toch tijdens onze voorbereidingen iets over het hoofd gezien? Voor het alom geroemde Sarawak-museum was er helaas geen tijd meer omdat we wilden genieten van het culturele Sarawak Mooncake Festival dat voor de derde keer in evenveel jaar plaatsvond (14-18/9/2005). In de Carpenter Street en India Street was het over de koppen lopen. Muziekgroepjes, karaokezangers en meer folkloristische attracties wisselden elkaar af. Onze avondmaaltijd bestond dan ook uit diverse proeverijen aan de kraampjes.

Donderdag 15 september  Bako National Park
We nemen om 8 uur bus 6 (Petra Jaya Transport – RM 2,10) naar Bako. Het busstation ligt aan de niet overdekte Lebuh-markt, vlakbij het Electra House. In Kampong Bako bereik je na 45 minuten rijden de terminus. Er staan pijlen naar de inschepingsplaats aangezien de laatste twintig minuten per boot afgelegd worden. Laat eerst je permit controleren alvorens je een bootman engageert. Er wordt een eerlijke en vaste prijs per boot gevraagd – RM 30,00 (6 personen per boot is een maximum). Het Nationaal Park van Bako omvat zevenentwintig vierkante kilometer ongerept voorgebergte tussen de mondingen van de Sarawak en de Bakorivier. In het gebied komen mangrovebossen voor langs de kust evenals rotsachtige landtongen die zijn doorsneden met zandstranden. Het park telt zeven vegetatiesoorten. Daartoe behoren onder meer het regenwoud, het mangrovebos, het veenmoeras en de kerangas met een kenmerkende plantengroei die alleen voorkomt op de droge, zanderige en poreuze zandsteenplateaus in dit gebied. Op botanisch gebied komt je er vleesetende planten tegen langs de wandelpaden die zijn uitgezet in het park. Vanuit het hoofdkwartier van het Bako Nationaal Park zijn verschillende trails of wandelroutes uitgezet die met bepaalde kleuren op de bomen en de rotsen in het oerwoud zijn aangegeven. Ze zijn meer dan dertig kilometer lang, variërend van korte wandelingen rond het hoofdkwartier tot zware wandelingen naar het einde van het schiereiland. De wandelingen zijn genoemd naar een berg, naar een waterval, een mangrovebos, een strand of een rotsklip in de omgeving. Een dergelijke wandeling is lichamelijk uitputtend en het gemiddelde tempo is laag omdat je in een heet en vochtig klimaat over glibberige paden moet lopen die bezaaid zijn met boomstronken. 

Het Nationaal Park is vooral bekend om zijn wilde diersoorten. In het gebied leeft een groot aantal dieren waaronder de zeldzame proboscis of neusapen. Ze leven in de mangrovebossen langs het strand en voeden zich uitsluitend met jonge bladscheuten van de sonneratia boom. De neusapen behoren tot de apensoort van de langurs en hebben een zeer merkwaardig voorkomen. Ze hebben een roodbruine vacht, witte armen, benen en staart en een rood gezicht. Het mannetje heeft een lange rode hangneus en een bolle buik. De vrouwtjes zijn sierlijker gebouwd en hebben een opstaande neus.  Ze wonen in groepen waarin één mannetje de baas is over ongeveer twintig vrouwtjes. Jonge mannetjes maken in hun jeugd deel uit van de groep waarbinnen ze zijn geboren, maar worden uit de groep gezet zodra ze een bedreiging gaan vormen voor de leider. Dan trekt de jonge aap een tijdje rond in een groep van lotgenoten totdat hij in staat is een eigen groep met vrouwtjes te vormen. Het zijn vrij schuwe beesten. In geval van dreiging of gevaar laten de mannetjes een toetend geblaf horen om eventuele achtervolgers af te schrikken. Als zij aan het toeten zijn zien ze er op hun grappigst uit. De lange rode hangneus van het mannetje schiet bij elke waarschuwingstoet op een lachwekkende manier horizontaal naar voren. We hadden het geluk om in de vooravond heel wat van deze apen te mogen zien. Het pad dat vanuit het hoofdkwartier voorbij de aanlegplaats van de jetty loopt, is een prima uitkijkpunt. Bij eb kan je door de mangrove stappen en je verschuilen achter rotspartijen. Let wel op je hoofd!

We kozen ervoor om nog te gaan zwemmen in de Zuid-Chinese Zee. Het water moet wel 30°C warm zijn, het is zo zalig als het nemen van een bad thuis. We kozen voor ons zeebad op het eerste strand, Telok Paku, ongeveer een uur stappen vanaf het park-hoofdkwartier. Langs deze route zie je beslist neusapen.

’s Avonds geeft het park een prima maaltijd in buffetvorm (afhankelijk van wat je neemt RM 4,00 tot RM 5,00). Drankjes zijn enkel in blik te verkrijgen (RM 2,00), 1,5 l water kost RM 3,00. Alles staat in een koelkast waarbij je best oplet dat je jezelf niet elektrocuteert!

We kregen er maar niet genoeg van, ondanks de verzengende vochtige hitte en boekten nog een nachtwandeling. Ondanks het feit dat de maan een stoorzender was zagen we toch nog heel veel dieren, tot een pit viper (een slang) toe. Je krijgt een gemotiveerde gids mee. Achteraf bekeken was dit echt wel een hoogtepunt!

Vrijdag 16 september  Bako – Kuching

Tip: neem een muskietennet mee en evt. ook bevestigingsmateriaal, want in de chalets waar we overnachtten zaten er wel wat muggen. Ook handig is een hoofdlamp (bv. type Petzl). In de chalets is er enkel maar een ventilator, die dan ’s nachts nog uitvalt wanneer de energietoevoer stopt.

Een meer ‘secluded beach’ is de Telok Pandan Kecil, op 2,5 km van Park HQ. Je doet er ongeveer 1,5 uur over, maar het loont de moeite omdat je op een Robinsonachtig strand terecht komt. Je bent er ’s morgens zo goed als alleen. We genieten van de zee en vergeten ons goed in te smeren, met alle pijnlijke gevolgen van dien de volgende dagen. Even later komt er een bootje aangevaren. De bootman vraagt of we niet per boot terug willen naar het parkhoofdkwartier. We gaan in op zijn voorstel (RM 30,00) en kunnen daardoor nog wat langer genieten (en roder verbranden voelden we pas nadien…). Na de middag namen we tegen 14 uur de boot terug naar Kampong Bako. Laat je afzetten aan de overkant en loop tussen de paalwoningen door, het is de moeite! Mits een goede afspraak pikt de bootman je terug op aan het einde van de kampong en brengt hij je naar de overkant waar om 17 uur de laatste bus richting Kuching vertrekt.

In Kuching genieten we van een heerlijk, zelf samengestelde maaltijd in het Top Spot – ABC-Seafood restaurant (Taman Kereta, Jalan Tunku Abdul Rahman), gelegen boven een parkingcomplex, niet ver van ons Mandarin hotel waar we de nacht doorbrachten. Schitterende keuken! De nacht beloofde weer kort te zijn aangezien we de taxi dienden te nemen naar de luchthaven voor onze transfer naar Miri en Mulu.

Zaterdag 17 september tot dinsdag 21 september -  Gunung Mulu NP, Pinnacles, Headhunters Trail
In alle reisverslagen vind je deze vijfdaagse terug. Ze loont ook de moeite. Wij boekten ruim op voorhand bij Tropical Adventure Tours & Travel. Dit is ook de tour operator met wie o.a. SNP samenwerkt. We betaalden voor de vijfdaagse tocht RM 995,00 + RM 200 per persoon, exclusief de vlucht van Kuching naar Miri. Wel inclusief was vlucht Miri-Mulu en Limbang-Miri.
Tropical Adventure heeft zijn eigen accommodatie in Mulu en die mag er best wezen. Let enkel op wanneer je bier bestelt: de rekening is gepeperd!

Het Gunung Mulu Nationaal Park is met zijn vijfhonderdnegentwintig vierkante kilometer het grootste park in Sarawak. In het park liggen twee berggebieden - de Gunung Mulu met een hoogte van bijna 2400 meter is van zandsteen en de Gunung Api met een hoogte van 1750 meter is van kalksteen. Onder leiding van de gids wagen we een beklimming wagen van de pinnacles - een heuvel met messcherpe kalksteen rotsen die vijfenveertig meter boven het oerwoud uitsteken.  Deze getande spitsen die door het oerwouddak omhoog steken zijn de enige overblijfselen van een grote kalksteenheuvel. Over een periode van vele duizenden jaren is de kalksteen weggevreten door het zuurhoudende grondwater en zware regenval tot alleen losstaande pieken overbleven. Elders heeft de inwerking van water op kalksteen geen spitsen, maar grotten geschapen die vermaard zijn om hun dierenwereld. In het park liggen verschillende grotten met bijzondere rotsformaties in de vorm van stalagmieten en stalactieten. Sommige grotten zijn gevormd door slijtage van stromend water zoals de Clearwater Cave waar een rivier met helder water doorheen stroomt die meer dan honderd kilometer lang is. Ze zou eeuwig jong maken volgens onze gids… Ook de Wind Cave is ooit gevormd door een ondergrondse rivier die echter door de eeuwen heen zijn loop heeft gewijzigd.

In plaats daarvan heeft de wind nu vrij spel in de oude droogstaande rivierbedding van de grot. Andere grotten zijn daarentegen ontstaan door de inwerking van stilstaand water op het kalksteen. De Lang Cave is een goed voorbeeld van zo'n druipsteengrot met een kenmerkend vlak plafond en een grillige rotswand.

De kalksteengrotten werden gevormd door blootstelling van een kalksteenafzetting aan de weerselementen. De regen verzuurde door kooldioxide-opname uit de lucht, loste het calciumcarbonaat in de kalksteen op en vrat naar binnen langs kleine barstjes in het gesteente. De regen groef diepe kanalen en gaten in het gesteente waarlangs het water verdween en ondergronds hele gewelven en galerijen uitspoelde voordat het weer als kleine beekjes naar buiten trad door wat later de mondingen van de grotten werden. Alle grote grotten bieden een donker en betrekkelijk veilig toevluchtsoord weg van de plasregens van het omringende oerwoud.
Grote vluchten gierzwaluwen en vleermuizen broeden en slapen in de gangen van het gesteente en soms wagen andere dieren als civetkatten, slangen en hagedissen zich naar binnen. Op de grond ligt een grote hoeveelheid naar ammoniak riekende guano of uitwerpselen van de gierzwaluwen en vleermuizen. Daaroverheen krioelen duizenden soorten insecten zoals kakkerlakken, kevers, rupsen, spinnen en torren. Rond 17 uur is het zover. Duizenden vleermuizen zoeken hun weg naar buiten uit de Deer Cave. Het is een prachtig schouwspel en de digitale fototoestellen doen overuren.

 

Vleermuizen verlaten massaal de grotten.

Men geeft ons mee dat de waterstand van de rivier vrij laag is. Dat betekent zeker dat we moeten duwen. De tel bijhouden was onmogelijk, maar tientallen keren dienden we uit te stappen. Tip: Vergeet je TEVA’s niet mee te brengen, wij hadden er geen bij en dienden op onze blote voeten op de rotsen de boot vooruit te duwen. De bootmannen bleven gelukkig beleefd bij ons stuntelwerk…

Je bezoekt een Iban-longhouse onderweg. De Iban vormen de grootste groep van de oerwoudbewoners.  Zij wonen voornamelijk in het laagland langs de rivieren. Vroeger waren de Iban berucht om hun vijandelijke houding en hun veroveringsdrang. Het waren gevreesde koppensnellers. De blanke radja's die hen in de negentiende eeuw bestuurden hebben het koppensnellen verboden. Alleen in de Tweede Wereldoorlog stak het weer de kop op: Japanse soldaten waren deze keer de slachtoffers. Tegenwoordig komt het niet meer voor. Het koppensnellen was voor de Iban niet een wreed spel, maar het paste in hun wereldbeeld. Men geloofde dat het meenemen van andermans hoofd het bewijs was van de kracht van de jager. Ook geloofde men dat de kracht van de onthoofde persoon overging op degene die hem had gedood. De schedels werden gedroogd en ontdaan van de hoofdhuid. Daarna werden ze bijeengebonden met een rotan koord of verzameld in een mand en opgehangen in het langhuis, waardoor de kracht ook in de gemeenschap werd gebracht. Deze kracht vervloog echter na verloop van tijd en moest worden aangevuld. Daarom waren telkens nieuwe strooptochten nodig. Vaak diende een man die wilde trouwen deze rituele jacht uit te voeren om te bewijzen dat hij een volwaardig lid van de gemeenschap was.  Tegenwoordig kan men de oude schedels uit de tijd van het koppensnellen nog zien hangen aan de overdekte gang.

Overnachten in Camp 5 gebeurt na een wandeling van 8 km. Aan het begin ervan steek je de rivier over (waden!). Je houdt je schoenen best droog en bindt ze rond je hals. De weg is redelijk vlak en hier en daar moet je een kleine omweg maken om een omgevallen boom. ’s Nachts spookte het en kregen we in Camp 5 het advies om ons klaar te houden voor een eventuele evacuatie. De dertig aanwezigen werden stiller en stiller terwijl buiten de hel losbarstte. Uiteindelijk liep het allemaal zo’n vaart niet en konden we (‘wel waakzaam zijn’ was het advies) gewoon terug onze slaapzak in. In Camp 5 zijn voldoende dikke slaapmatjes beschikbaar. Breng zeker ook een muskietennet en insect repellent mee.
De klim naar de Pinnacles is erg zwaar. Een gemiddelde stijgingspercentage van 50% in 33 graden en 90% relatieve vochtigheid is niet niks. Dit is iets voor doorzetters die beloond willen worden met een prachtig uitzicht op de kalkstenen pieken.
Een Britse expeditie is neergestreken in Camp 5. Ze doen aan speleologie en brengen het grottenstelsel in kaart. Hun pas gemaakte digitale foto’s jagen ze doorheen een fotobewerkingsprogramma. Ze zijn tevreden omdat ze net een grote ontdekking gedaan hebben: een nieuwe grot waar zelfs de plaatselijke bevolking niet van op de hoogte is. Ze zijn geheimzinnig over wat er in de grot te zien was, maar vast staat dat we hun ontdekkingen zeker in de actualiteit mogen verwachten… Kosten noch moeite sparen ze: ze laten zelfs speciaal een helikopter overkomen met bier…

De voorlaatste dag van onze vierdaagse tocht ontmoeten we Tom en Mirte, een jong en sympathiek Nederlands koppel dat dezelfde trekking doet op individuele basis met SNP. Zij zullen in een Iban longhouse overnachten terwijl wij naar het Purama hotel (Limbang) gebracht worden onder het voorwendsel van ‘upgrade’. We konden dit niet echt appreciëren en lieten dat ook merken. De reden van deze overnachting was het vroege vertrekuur vanuit Limbang naar Kota Kinabalu. Limbang zelf stelt helemaal niks voor. Het ligt vlakbij Brunei en is een plek waar nogal wat sekstoeristen naartoe afzakken. Ik slaag er in om de elektrische infrastructuur van het Purama hotel naar de bliksem te helpen waardoor we ’s morgens badend in het zweet wakker worden.

 

Mooie zonsondergang.

De vluchten van Limbang naar Miri en van Miri naar Kota Kinabalu (KK) lopen vlot. Malaysian Airlines heeft een vriendelijke bediening aan boord. Achteraf bekeken hadden we ook nog de boot kunnen nemen naar KK vanuit Limbang waardoor we wellicht wat tijd hadden kunnen sparen. Dit kon echter niet omwille van de bagage die we in de luchthaven van Miri achterlieten.
In KK kiezen we voor een overnachting in de Trekkers Lodge, een backpackerhotel. Met zijn achten in een piepkleine ruimte overnachten lijkt ons wel niet haalbaar en wanneer enkelen aanstalten maken om van hotel te wisselen, kunnen we toch voor hetzelfde tarief op twee kamers overnachten. Het gaat tenslotte toch om 4 nachten… (RM 18,00/20,00 pppn). In KK gaan we eten in lokale restaurants. Pikant,  lekker en spotgoedkoop. Het Thien Thien Restaurant is zo’n leuke: lekker druk maar ook lekker eten: Jalan Pantai 57.

Donderdag 22 september - KK en Pulau Sapi (Sabah)
We vonden dat we een rustdag verdiend hadden. Zelfs op deze rustdag staan we vroeg op en stappen naar de aanlegplaats van de boten die de oversteek doen naar het Tunku Abdul Rahman Park. Omdat de bootsmannen wachten tot hun boot vol is, zijn de twee Italianen die net als wij naar Pulau Sapi willen vertrekken, erg opgetogen (RM 15,00 + terminal fee van RM 1,00 per persoon). De boot doet er ongeveer 20 minuten over. Spreek van tevoren af om welk uur je opgehaald wil worden (laatste mogelijkheid is om 17 uur). Hoe verder je achteraan in de boot plaatsneemt, hoe natter je wordt. Toegangsgeld voor Sapi bedraagt nog eens RM 10,00 conservation fee. Het is een prachtig eiland waarrond je kan wandelen. Let wel op voor de makaken, ze lopen zo met je spullen weg… Verberg zeker je meegebrachte picknick! Ter plekke kan je snorkelmateriaal huren. Zeker doen, want het wemelt er van de vissen en het koraal is gewoonweg schitterend. Op de rotsen in de buurt zie je regelmatig krabben. Ze zijn erg schuw maar mits een beetje geduld kan je ze goed observeren.

Vrijdag 23 september – Padas River Rafting
De beide rivieren, die voor "rafting" in Sabah het meest geschikt zijn, zijn de Padas en de Kiulu. Deze rivieren zijn volgens internationale maatstaven in moeilijkheid en ook volgens internationale richtlijnen, in te delen in de derde of tweede graad.

Onder normale weersomstandigheden zijn beide rivieren relatief constant in diepte en snelheid.  Toch kan hevige regenval de rivieren laten aanzwellen tot de vierde graad. Het raften zelf duurt amper 1,5 uur, de weg naar het vertrekpunt is erg lang en weinig speciaal. Eerst rij je meer dan twee uur tot het station in Beaufort. Om 9.50 u. mag je dan op de gammele trein (snikheet) die je tegen 11.30 u. in Pangi afzet. Onderweg kan je droge kleding achterlaten bij het aankomstpunt.
Je krijgt de nodige veiligheidsinstructies en je leert ook wat body rafting is. Je wordt dus hoe dan ook kletsnat aangezien je tijdens de rustiger stukken op de rivier, verzocht wordt uit de boot te springen en je te laten drijven (mét reddingsvest!).

Hibiscus met vlinder.

Zalig… Je kan deze trip  boeken bij de Trekkers Lodge in KK (RM 175,00, inclusief transport, drankjes en barbecue aan het aankomstpunt). Kies zeker voor de Padas en niet voor de Kiuli-rivier aangezien deze laatste te vergelijken is met het afvaren van de Lesse in de Belgische Ardennen. Padas heeft daarentegen een aantal leuke stroomversnellingen waarbij teamwork belangrijk is. Pret verzekerd! Let wel op: je bent pas terug in KK rond 19 uur… Wanneer je het niet zo begrepen hebt op water kan je in KK nog de Orchid De Villa bezoeken, een orchideeënkwekerij (RM 10,00).

Zaterdag en zondag 24-25 september – Beklimming Mount Kinabalu
De hoogste berg van Zuid-Oost Azië beklimmen heeft iets. Het is een vierduizender en… het is er koel. Je moet er wel wat voor over hebben… Wij regelden onze trip met Tropical Adventure waardoor alles erg gesmeerd verliep. Vanuit KK werden we naar de hoofdingang gebracht waar iedereen zijn identiteitsgegevens diende te noteren. We kregen een blad papier met erop waarschuwingen voor hoogteziekte én met 13 ziektes waaraan je best niet lijdt alvorens je vertrekt. Neem een kopie mee van je reispas, je dient je gegevens in te vullen. Je krijgt ook een gids toegewezen. Verwacht van de gids niet te veel. Het zijn (jonge) mensen die dit werk vaak tegen hun zin doen, duidelijk om iets bij te verdienen. Toen ik onze gids vroeg of hij graag toeristen naar de top begeleidde, liet zijn antwoord geen twijfel bestaan over zijn enthousiasme: ‘Neen, maar ik heb anders geen werk’. 

Je vertrekt van het Power Station (1830 m.), waar een bus je naartoe brengt. De beklimming zelf is pittig en bijzonder goed gemarkeerd. Je weg verliezen is haast onmogelijk. Regelmatig zijn er rustpunten waar je drinkbaar water (wel te behandelen!) kan tappen. Naarmate je stijgt kom je in een andere vegetatie. In Laban Rata (3300 m.) staat het resthouse waar je vanaf 17 uur kan aanschuiven voor een lekker buffet. De sfeer heeft iets van een skihut in de Alpen. Als je geluk hebt kan je hier genieten van een formidabele zonsondergang. Wij gingen slapen in het vooraf geboekte Gunting Lagadan, zo’n 50 meter hoger gelegen, nl. op 3352,7 m. Om 2.30 u. word je gewekt door de gids. Tijd om je klaar te maken voor de weg naar de top. Om 2.45 uur ’s ochtends zet zich een hele rij hoofdlampen in beweging richting top. Naarmate je hoger komt, loop je op grote granieten stenen. Een touw moet je helpen om de moeilijker passages te overbruggen. We hebben geluk: het regent niet en er staat niet veel wind. Koud is het wel. Een fleece en goretex-jas zijn absoluut nodig. Bijna 2.30 uur later staan we op de top van de Mount Kinabalu (4095 m.). We wachten in de kou (en met handschoenen) af tot de eerste zonnestralen ons verwarmen. Het uitzicht is fantastisch. De afdaling gaat een stuk sneller en tegen 8 uur zitten we opnieuw aan het ontbijt in Laban Rata, nadat we onze achtergelaten spullen hebben opgepikt in Gunting Lagadan. De tocht naar beneden duurt nog eens zo’n drie uur. De kostprijs van deze trekking is niet gering. We verwijzen hiervoor naar de internetpagina’s.

Je kan hierna de stijve spieren nog wat laten masseren door naar de Poring Hot Springs te rijden. De rit duurt zo’n uur. De warmwaterbronnen doen deugd. Let wel dat je een stop vindt om in je bad te doen, anders is het maar een trieste bedoening… Stoppen zijn te bekomen bij de badmeester.

Maandag 26 september – Sepilok
Met Malaysian Airlines vliegen we voor een habbekrats (RM 60,00) naar Sandakan. Vanuit het vliegtuig zien we de Kinabatanganrivier mooi kronkelen. Op de luchthaven staat de bestelwagen van Tropical Adventure al klaar om ons naar het Sepilok Jungle Resort te brengen. Let op: in Sandakan wil men geen euro’s wisselen, ook travelercheques in USD zijn niet overal inwisselbaar. Beter is om met je VISA-kaart geld uit de muur te halen. Dat is nergens een probleem. De luchthaven van Sandakan is klein en bij de aankomst heb ik geen ATM in de luchthaven zelf kunnen ontdekken.

We rijden naar het Sepilok Jungle Resort, een sjieke verblijfplaats in het midden van de jungle, op het kitscherige af… We boekten de Executive Rooms (RM 100/kamer). Het eten is er overheerlijk en niet duur (set lunch middagmaal RM 15,00, set lunch avondmaal RM 18,00). Op wandelafstand bevindt zich het Sepilok Orang Utan Rehabilitation Centre (RM 30,00 + RM 10,00 voor een fototoestel). Het is een van de vier opvangcentra voor deze mensapen. Om 15 uur is het voedertijd op een van de platforms. Als je geluk hebt komen de orang utans langs een gespannen touw naar het platform om er te eten. Het is een hilarisch tafereel. Ook de film die je om 15.30 u. kan gaan bekijken is de moeite waard. Reken ongeveer 1.30 uur voor je Sepilok-bezoek. Voor wie in de voormiddag wil komen: de voedertijd is dan om 10 uur. Zeker een camera meebrengen met een goede zoom- of telelens (300 mm.)!

Dinsdag, woensdag 27-28 september – Sukau, Kinabatangan
De Kinabatanganrivier is met zijn 560 km de langste van Sabah. Het lager gelegen deel is natuurreservaat, o.m. door de inspanningen van het WWF. Het gebied waar de rivier door stroomt vormt de natuurlijke habitat voor onder meer orang utans, hornbills, neusapen, kingfishers en olifanten. Helaas is het woud in een groot deel van dit gebied de afgelopen decennia gekapt om plaats te maken voor palmolieplantages, met alle gevolgen van dien. Tegenwoordig rest nog een groene corridor aan de oevers van de rivier waar het wild zich concentreert. Wij verbleven in Sukau Tomanggong River View Lodge. Deze afgelegen lodge ligt direct aan de rivier en vanaf het terras hebben we een prachtig uitzicht op de rivier en de kalksteenrotsen en jungle aan de overkant. Opnieuw een aanrader. Tegen 16 uur gaan we de boot in op zoek naar neusapen en andere dieren die zich tegen valavond nog graag laten zien. We zijn niet alleen: alle resorts in de omgeving hebben hun bootjes op een zijrivier, de Sungai Menanggul… We zien enorm veel dieren!

De dag erop staan we vroeg op (5.30 u.) en varen we als een van de eersten op de Kinabatangan. We zien heel veel vogels en de rivier is prachtig met de mistslierten die  sprookjesachtig boven het water hangen. De neusapen zijn ook van de partij, net als de hornbill en andere fauna. De natuur ontwaakt! We leggen aan bij een bos, gelegen in de oksel van een ‘oxbow’-meer. Oxbow-meren ontstaan wanneer de rivier zich een andere (kortere) weg zoekt en een meander overslaat. We krijgen de gelegenheid om gedurende een half uur te genieten van de jungle. Helaas valt dit wat tegen, we zagen al mooiere plaatsen. Of was het de gids te doen om de massale hoeveelheid bloedzuigers (o.a. de tiger leech) die zich wellustig uitrekten op de uiteinden van zo goed als alle bladeren, in de hoop het nodige voedsel van de dag te kunnen vinden…

’s Avonds boekten we nog een night cruise. Deze is absouluut aan te raden omdat je dan dieren ziet die je overdag moet missen: civetkatten, krokodillen, ijsvogels die roerloos op een tak poseren voor een foto,… schitterend. Vraag de bootman zeker dat hij minstens 10 minuten de buitenboordmotor afzet zodat je kan genieten van de oerwoudgeluiden en van de briljante sterrenhemel aan het firmament.

Dit waren schitterende dagen en een mooie afsluiter van de jungle. Door het volgeboekt zijn van het Turtle Island, kozen we graag dit vervangprogramma. Ook de overnachtingsplaats was tip top in orde. Voor wie interesse heeft in een goede Orang Utan tour met gemotiveerde gidsen, kan deelnemen aan een tocht van Red Ape Encounters (community based Orang Utan tourism company).

Donderdag 29 september
Vlucht AK 161 van Sandakan naar KL verloopt feilloos met Air Asia (RM 169,99). Iets na enen landen we en begeven we ons naar de bagage-afdeling waar we onze overtollige bagage achterlaten. We halen die morgen wel op… Voor RM 35,00 rijden we met de KLIA-ekspres naar KL Sentral, een verkeersknooppunt waar nu volop gebouwd wordt en waar zich ook nog een luchthaven bevindt. Vanuit KL Sentral vertrekken de meeste lokale verbindingen waaronder de KL Monorail. Voor het Bintang Warisan hotel stappen we af in Bukit Bintang, waar we de laatste inkopen doen voor de thuisblijvers. BB Plaza en naburige shopping centra zijn daarvoor erg geschikt… Een bezoek aan de Petronas Towers of aan de televisietoren zit er wegens tijdsgebrek niet meer in. Als we vrijdagmiddag 30 september opnieuw in de monorail zitten richting KL Sentral bedenk ik dat deze vakantie bijzonder snel voorbij is. Ons programma stelden we zelf samen en geeft je een mooi en globaal beeld van Maleisië. Maleisië is een land waar het toerisme nog geen weerzinwekkende Amerikaanse toestanden kent. De bevolking is er vriendelijk en behulpzaam en beseft goed dat natuurbehoud essentieel is wil het evolueren naar een moderne samenleving.

Bijkomende informatie:

-      Het tijdsverschil met België bedraagt tijdens de periode van het Belgische zomeruur 6 uur, tijdens ons winteruur is er 7 uur tijdsverschil.

-      Maleisiërs zijn erg stipte mensen: een afspraak is een afspraak!

-      Onderhandelen over prijzen pak je best voorzichtig en met de glimlach aan. Ga niet tot het uiterste en bied enkel op die zaken die je wil hebben.

-      Maleisië is een land dat modern wil ogen. Heel wat buitenlandse ketens zijn er neergestreken. Zo zal je de Pizza Hut, Burger King, KFC en andere ketens vaker zien dan je lief is. Hoewel het je persoonlijke keuze is, lijkt het meer aangewezen om tussen de lokale bevolking te eten. Je wordt er soms, zeker op het schiereiland, overladen met extraatjes! Qua hygiëne is het eten bijzonder betrouwbaar. We hebben geen enkele keer diarree gehad…

-      Men is niet gewoon om een fooi te krijgen, men kijkt er zelfs vreemd van op wanneer je het toch eens doet.

-      Neem zo weinig mogelijk warme kleding mee. Enkel voor de Mount Kinabalu heb je een gore-tex jas en een fleece + handschoenen en muts nodig. Een lichte slaapzak is voldoende voor alle andere overnachtingsplaatsen tijdens de beschreven route.

-      Vergeet zeker niet een geïmpregneerd muskietennet + ophangsysteem (spijker, touw, oogvijs) mee te nemen, inclusief insect repellent. Een hoofdlamp is ook aan te bevelen.

-      Veel drinken is een must. Wij dronken dagelijks minimaal 3 liter water. Neem Micropur forte mee. Overigens is drinkbaar water vinden meestal geen probleem (kostprijs voor 1,5 liter schommelt tussen RM 1,00 en RM 4,00). Borneo water is het lekkerste van smaak (is ook duurder). Water dat gebotteld is via omgekeerde osmose smaakt het minst. Kijk op het etiket!

-      Onze reis kostte, inclusief alle vluchten, in het totaal zo’n 1700 EUR per persoon. Hoe meer je naar het oosten reist, hoe duurder alles wordt. In Sabah zijn maaltijden, hoewel nog goedkoop, bijna dubbel zo duur als op het schiereiland. Hoe verder je naar het oosten reist, hoe minder pikante voeding je krijgt…

-      Wie met Tropical Adventure in zee wil gaan doet er best aan om vooraf goede afspraken met hen te maken. Ik raad hen zeker aan omwille van hun professionaliteit en goed georganiseerd zijn. Op het vlak van informatieverstrekking over de streek zijn ze wat minder, maar dat is een euvel dat we ook bij anderen hoorden. Wij kunnen bemiddelen inzake tarieven, zo gewenst, neem gerust contact op met ons. Reizen in groep doe je best voorbereid en in Sabah en Sarawak is is een tour operator daarbij noodzakelijk. Alle accommodatie in Gunung Mulu NP wordt vaak door hen volledig geboekt, net zoals de beklimming van de Mt. Kinabalu en het schildpaddeneiland.

-      Koers: RM 1,00 = EUR 0,22 tijdens onze reistijd. De Ringgit is gekoppeld aan de USD.

-      Zorg voor een goede Malariaprofylaxe (vb. Malarone of Lariam)!

Mechelen, 

Jurn Verschraegen
Linda Van Schel
Schepvoortstraat 23
B-2800 Mechelen

Tel + 32 15 337294    

Jurn Verschraegen is coördinator van de Vlaamse interprovinciale trekkersgroep De Ronsers.
Je kunt hem bereiken door hieronder op zijn naam te klikken.

 

   Jurn Verschraegen 

 

Web Analytics Made Easy -
StatCounter
Copyright © 2001 - 2024 WINT All Rights Reserved. | Privacy Policy | Facebook: https://www.facebook.com/malaysite