"Bidor is ook beroemd om zijn pitloze guave en zijn durian. Stinkbonen "Parkia speciosa" of Petai worden ook verkocht tegen een redelijke prijs op een nieuwe plaats, waar handelaars rechtstreeks aan klant verkopen (op slechts 2 kilometer van Bidor). De beroemdste eetattractie in Bidor is een coffeeshop gerund door Ah Pu. Je moet zijn Kopi Kau Special niet missen ... die een onderscheidende whisky nasmaak heeft."
Gepai Watervallen
Bidor maakte heel vroeger deel uit van het Gangga Negara koninkrijk. Dit weet men uit opgravingen, die in de buurt van Bidor zijn gedaan. Men heeft
toen ook o.a. beeldjes uit die tijd gevonden. Het beeldje Avalokiteshvara (79 cm), dat in Bidor gevonden is, bevindt zich in het Nationaal Museum. Men neemt aan dat omstreeks het jaar 1200 de bevolking zich bekeerde tot het Hindoe/ Boeddhisme. Bidor was toen een kleine nederzetting. In de late 18e eeuw is Bidor een klein dorp aan de oever van Bidor rivier. Lokale dorpelingen vervoerden goederen met behulp van hun sampans (boten) naar naburige dorpen langs de rivier in de richting van Teluk Intan in Hilir Perak district. Naar aanleiding van de tin-mijnbouw in Perak, was er een toestroom van Chinese immigranten naar Perak als geheel, met inbegrip van Bidor. De Hoklo (Hokkien-sprekende)
Chinezen,die er nu wonen, worden verondersteld afkomstig te zijn uit Teluk Intan. De toestroom van de Hakka en Kantonezen kwamen uit Kinta vallei en Hulu Selangor.
Ze kwamen naar Bidor om de diverse lokale oorlogen te ontvluchten.
Tegenwoordig is Bidor een klein stadje langs de North-South Expressway. Het is een stopplaats voor de lange reis naar het Noorden.
Wanneer je naar het noorden reist, zie aan beide zijden van de snelweg weelderig groen. Dit zijn plantages met guave, palmolie en rubber. Een belangrijke bron van inkomsten voor het stadje waren de bekende lokale lekkernijen en landbouwproducten.
Vóór de komst van de North-South Expressway, hadden reizigers geen andere keuze dan om door deze stad over de federale autoweg rijden naar Ipoh of Kuala Lumpur.
Omdat deze stad nog steeds bekend is om zijn verscheidenheid aan lekkernijen, kiezen reizigers er vaak voor om in Bidor te stoppen. Ze gaan dan naar één van de bekende eetgelegenheden, voordat ze verder hun reis vervolgen.
Pun Chun
Het meest bekende gerecht is ongetwijfeld de "duck-thigh-noodle". Het meest bekende eetcafe
voor dit gerecht is de beroemde Pun Chun. Het restaurant is gelegen aan de hoofdstraat. Pun Chun is ook beroemd om zijn "Sat Kai Ma" - een soort zoet dessert en het is ook bekend om z'n
"Kai Jai Peng", dat een soort kipkoekje is.
's Morgens op de "wet market" in Bidor, is er een rij van kraampjes, waar de lokale bevolking gaat ontbijten. Eén van de noodle-soorten, chee cheong, is qua
smaak vrij uniek. Het is een gevuld rijstrolletje. De "wet market" is ook beroemd om de "wanton mee" en het vers gebraden varkensvlees.
Bidor is ook beroemd om zijn pitloze guave en de durian. Met de laatste hebben wij (ik) veel problemen. De meest bekende gerechten in Bidor vind je in de coffeeshop (Kedai Kopi), die gerund wordt door Ah Pu. Wat je niet moet missen is zijn speciale Kopi Kau ... die heeft een kenmerkende whisky afdronk. Bidor Curry House, dat is niet ver van Ah Pu coffeeshop en deze is beroemd om zijn "nasi kandar". Maar bij het eten van zijn curry, moet je niet vergeten bestek te
gebruiken, want als je met je handen eet, blijft de aroma van de geurige curry nog dagenlang aan je vingers. Je hebt dan wel dagenlang een geurige smaakmaker bij de hand.
In de buurt van Bidor zijn de Gepai Watervallen (foto boven). Hier komt voornamelijk de lokale bevolking om te zwemmen, te picknicken of te fotograferen. Waarom zou je hier, als toerist,
ook niet heen gaan? De Gepai Watervallen is ook bekend als Lubuk Degong door de lokale bevolking. Vroeger was het een verboden gebied tijdens de communistische opstand, maar later
werd het opengesteld voor publiek in 1989 nadat de Communistische Partij van Maleisië een vredesverdrag tekende met de Maleise regering.
De Oude Hoofdweg
nb: hetzelfde artikel op
Wikipedia is ook van mijn hand, Ben van Wijnen