Tumpat is een plaatsje boven op zo'n 20 km boven Kota Bharu. Het ligt dicht tegen de Maleise grens en het is bekend, dat in deze plaats de zogenaamde "Jungle Train" zijn eindstation heeft. Aan de andere kant van de grens gaat de spoorlijn verder. Wie echter hier verder wil naar bijv. Thailand, moet te voet de grens over om vervolgens op de trein te stappen.
Er is echter nog een waarschuwing: het zuiden van Thailand is onrustig. In het zuiden van Thailand wonen extreme Moslims, die zelfstandigheid nastreven. Er worden daarom wel eens aanslagen gepleegd. Het verdient dus niet de aanbeveling in het zuiden van Thailand (boven Kota Bharu) rond te reizen. Wie even op internet speurt komt de aanslagen wel tegen.
Tumpat is ook bekend om zijn tempel met de grote zittende Boeddha: de Wat Machimmaram. Het is een indrukwekkend groot beeld, dat op een lotus zit. Deze lotusbloem lijkt op een schaal. Het is een beetje vreemd hier in dit Islamitische deel een Boeddhistische tempel tegen te komen, maar zo dicht bij de Thaise grens is het niet verwonderlijk, dat hier een Thaise (gevluchte) gemeenschap is.
De tempel is een lichtend voorbeeld van de beroemde religieuze tolerantie van Maleisië, waar zo'n Boeddhistisch beeld van deze grootte gebouwd kon worden. Vooral in een staat zoals Kelantan, waar men overwegend moslim is. Het enorme zittende Boeddhabeeld is ongeveer 30 meter hoog. Het wordt vaak ten onrechte beschreven als het hoogste in Zuidoost-Azië. Het kan zijn geweest toen het in 2001 werd voltooid, maar sindsdien is het overschaduwd door andere beelden. Het is in grootte wèl het vierde grote beeld in
Maleisië.
|
|
|
Als je beeld van dichterbij bekijkt,lijkt het Boeddhabeeld bedekt te zijn met kleine glimmende mozaïektegeltjes. De onderlip van de Boeddha is bedekt met goud, mogelijk bladgoud, verf of verguld. Het beeld zit in kleermakerszit op een afbeelding van een lotusbloem die het dak van de tempel vormt. De bloembladen van de lotus geven een idee van een schaal. De architectuur van de tempel is een mengeling van Thaise en Chinese invloeden, zoals de sommige beelden van goden zijn typisch Chinees.

Binnen in de tempel hangen muurschilderingen en fresco's in zowel Thaise als Chinese stijlen uit de Boeddhistische mythologie. Deze zijn zeker de moeite waard een kijkje. Je kunt naar een tweede etage op één van de gebouwen. Een dak met enkele bomen en andere struiken/ bloemen.
Een team Thaise arbeiders tien jaar kostte om de tempel te voltooien. Het werk was voltooid in 2001. Bij de tempel is ook een schildpaddenvijver en een winkeltje, waar men ook iets te eten kan kopen. Er is geen entre, maar je mag wel een donatie geven. Tevens is er genoeg parkeerruimte.