Vanaf Kuching vlogen we met Malaysian Airlines naar Kota Kinabalu. Zowel bij MAS als Air Asia kun je tegenwoordig heel makkelijk je tickets on-line boeken. Air Asia heeft nog geen vluchten tussen de steden op Borneo en daarom hadden we voor deze vluchten de tickets bij MAS geboekt.
In Kota Kinabalu werden we opgewacht door Olaf Teunissen. Olaf is een Hollander, woont met zijn familie in Kota Kinabalu en heeft een eigen
reisbureau (www.sabah-borneo.nl).
Hij heeft voor ons, deze hele Borneo-trip geregeld.
Olaf bracht ons met zijn auto naar zijn huis, wij zouden de komende twee nachten bij hem slapen. Hij heeft in zijn huis twee kamers als Homestay ingericht.
Direct bij aankomst, onder het genot van een bakje koffie, kennisgemaakt
met zijn vrouw Wana, zijn twee kinderen en Oma. Oma is de moeder van Wana en woont bij hun in. Zij verzorgt het ontbijt voor de gasten.
We hebben de hele middag buiten op de veranda gezeten, genietend van het prachtige uitzicht. ’s Avonds zijn we samen met Olaf in de stad gaan eten.
Het huis van Olaf
De volgende ochtend na een lekker ontbijt, met Olaf als onze gids, op weg naar het Kinabalu Park. De berg,
de Mount Kinabalu, hebben we niet beklommen, dat leek ons een beetje teveel van het goede. De beklimming van deze hoogste berg van Maleisië duurt twee dagen en moet samen met een locale gids worden gelopen.
Wel hebben wij een prachtige wandeling door het park gemaakt, heerlijk koel vanwege de hoge ligging. ’s Middags naar Poring Hot
Springs gereden. Hier ook weer door een prachtig stuk natuur gelopen, halverwege de tocht moesten we over een hangbrug, die in de boomtoppen hangt. Het zag er
niet heel stevig uit, maar we zijn allemaal veilig aan de overkant gekomen.
Grappig was het verschil tussen beide wandelingen. ’s Ochtends heerlijk koel en geen druppeltje zweet verloren, maar bij deze wandeling liep je direct te puffen en was je onmiddellijk drijfnat.
Hier hebben we ook, de door de Japanners, tijdens de Tweede Wereldoorlog, aangelegde zwavelhoudende heet waterbaden, bezocht. Als je wilt, kan je een bad nemen of zwemmen in het niet zo grote zwembad. s Avonds aan de boulevard van Kota Kinabalu, bij de hawkerstalls heerlijke nasi goreng met saté gegeten.
De volgende ochtend moesten we
alweer afscheid nemen van Olaf en familie. Heel vroeg vlogen we naar Sandakan voor het laatste gedeelte van onze vakantie.
Sandakan
Op het vliegveld van Sandakan werden we opgewacht door een gids van de locale reisagent. Iedere keer zijn we
weer verheugd, dat het allemaal zo perfect geregeld is!! Vandaag gaan we naar Selingan Turtle Island. Op dit eiland worden iedere dag een
beperkt aantal toeristen toegelaten, de andere Turtle-eilanden zijn voor toeristen gesloten.
Sporen van schildpadden op het strand.
Het is een klein, maar prachtig eiland. ’s Middags het eiland rond gelopen. Op het strand rondom het eiland, zie je overal de sporen van de schilpadden. Natuurlijk zijn we ook nog de zee in
geweest om te snorkelen. Het water was niet echt helder, maar we hebben toch mooie vissen gezien.
De schildpadden komen pas als het donker is aan land om eieren te leggen. Na het diner moesten we daar dus op wachten!! Om een uur of negen roept de Ranger dat
er een schilpad is gesignaleerd. Met hem gaan we nu naar de schildpad kijken, die bezig is met eieren leggen. Het is een machtig gezicht, zo’n enorm beest op
het strand te zien. Na afloop mogen we de vandaag uit het ei gekropen babyschildpadjes te water laten!! Het was prachtig!!
En al weer heel vroeg uit de veren, eerst met de boot terug naar Sandakan.
Om 10.00 uur, voedertijd, worden we bij Sepilok verwacht, het opvangcentrum voor Orang Oetangs in Sabah.
Leuke attractie met veel Orang Oetangs, maar er zijn ook veel toeristen.
Vervolgens weer terug naar de boot om via de Kinabatagan rivier diep de jungle in te gaan.
De boottocht er naar toe is al prachtig, steeds als de gids iets bijzonders ziet, stopt de boot en hebben we alle tijd om er rustig naar te
kijken. Alleen al op deze tocht zien we o.a. verschillende troepen neusapen, makaken, lizards, ijsvogeltjes en hornbills.
We logeerden in het Kinabatagan Riverside Lodge in Sukau. De kamers waarin je slaapt zijn eenvoudig, maar het eten is er heerlijk en iedereen die er werkt is ontzettend vriendelijk en gemotiveerd!!
Bij aankomst wordt er verteld, dat er voor ieder op de kamer een sarong ligt en dat er verwacht wordt dat je die ’s avonds bij het diner draagt. Iedereen ook al het personeel liep dus ’s avonds in een sarong!
Orang Oetans in Sepilok
Iedere middag net voordat het gaat schemeren en iedere ochtend bij het krieken van de dag ga je met een gids, in een bootje, het water op om wildlife te
spotten. Wij tuurden wat af, maar ontdekten weinig! Gelukkig hadden we een prima gids bij ons en wat hij ons allemaal heeft laten zien, is echt onvoorstelbaar!!
Op één van onze tochten zagen we een Orang Oetang met haar jong en een koppel heel zeldzame ooievaars.
helaas na twee nachten een eind, met de boot gingen weer terug naar Sandakan, waar we die dag nog een stadstour maakten. Eerst naar de markt vervolgens lunch
in het Sabah hotel, waar we ook onze laatste nacht zouden doorbrengen. ‘s Middags nog naar een Chinees-Boedhistische tempel en tenslotte naar het Sandakan Memorial Park geweest.
De volgende ochtend vlogen we eerst met Air Asia naar Kuala Lumpur en vervolgens met MAS naar Kuantan. We hadden genoeg overstaptijd, zodat we zonder problemen van de Low Cost Carrier
Terminal, waar Air Asia tegenwoordig opvliegt, naar KLIA konden gaan. We hebben weer een prachtige vakantie gehad en volop genoten van alles wat Maleisië te bieden heeft!!